Restauratie Waagtoren hele operatie
Eens in de twaalf jaar staat de Waagtoren in de steigers. Dan wordt het schilderwerk gedaan en al het andere onderhoudswerk dat noodzakelijk is. In oktober 2017 zijn de steigers weer geplaatst voor de huidige opknapbeurt. Die bleek alleen iets ingrijpender dan van tevoren was ingeschat. Onze erfgoedverslaggeefster Judith Flapper nam een kijkje. (Reportage gemaakt in januari 2018. Zie voor updates onderaan de pagina).
Op een gure donderdagochtend in januari gaat het gebeuren. De beklimming van de Waagtoren in restauratie. Samen met Peter Smidt die het gebouw namens de gemeente beheert en restauratiearchitect Peter de Vries. Ook een raadslid van een fractie met vragen over de restauratie en nog twee belangstellenden gaan mee naar boven.
Bekijk de filmpjes
Restauratie Waagtoren Alkmaar “De steiger op”.
Herstellen voegwerk Waagtoren Alkmaar.
Gelukkig heb ik geen hoogtevrees, maar ondanks dat is het een spannend avontuur. Dat begint al met de bouwlift die ons naar boven moet brengen. We blijken met teveel te zijn. Het licht blijft hardnekkig rood en dat betekent dat de lift op de grond blijft. De beide Peters stappen eruit en dat helpt. Gelukkig komt het raadslid uit de bouw en heeft hij ervaring met dergelijke liften. Ik houd me dapper vast aan zijn rotsvaste vertrouwen dat de lift vanzelf zal stoppen, want die palen houden zomaar opeens op. Maar bovenaan, vlak voor het eind van de palen komt de lift netjes met een schokje tot stilstand.
We komen op een platformpje waar ik meteen een paar foto’s maak van het prachtige uitzicht. Hier treffen we ook de eerste vaklui aan. Twee voegers, goed ingepakt met warme jassen en capuchons, zijn zorgvuldig bezig het voegwerk te herstellen. Maar wij gaan eerst verder naar boven. Peter Smidt en Peter de Vries willen graag helemaal bovenaan beginnen met hun verhaal. Eén voor één beklimmen we de trapjes van de steiger. Omdat de toren spits toeloopt, wordt de afstand tussen de trapjes steeds kleiner en datzelfde geldt voor het gat waar je doorheen moet als je naar boven gaat. Mijn bewust gekozen ieniemienie rugtasje blijft bij de derde trap al steken. Na het vierde trapje slaat de angst me om het hart. ‘Hoeveel trappetjes nog?’ Als het er nog twee zijn, ga ik door, denk ik nog stoer. ‘Nog zeker vier,’ is het antwoord van Peter Smidt. Ik durf niet verder. Ik laat de groep naar boven gaan en zeg dat ik hier op ze zal wachten.
Loodwerker
Best koud en guur hier. Goed dat ik warme kleren heb aangetrokken. Eerst durf ik geen stap te verzetten. Ik voel me schuldig tegenover de loodwerker die mij niet kan passeren en daarom via de andere kant omloopt naar zijn werkplek. Geen probleem, verzekert hij me in het Engels. Maar ik voel me toch een beetje stom. Na een paar keer diep ademhalen durf ik me te verplaatsen op de omloop. Uit de wind is het ook iets minder onaangenaam. De loodwerker en zijn collega blijken specialisten te zijn uit Duitsland. Ze zijn ingehuurd door Ridder Skins for buildings, een lood- en koperslagerij uit Zwaag. Ze vertellen me dat ze met bitumen bezig zijn het oppervlak van de omloop weer aflopend te maken. Zodat het regenwater er straks netjes afloopt.
Ik verzamel weer wat moed en neem een paar trappetjes naar beneden, tot ik bij de voegers ben. Ze werken bij de firma Reno-Dijk uit Scharnegoutum en zijn vanochtend voor dag en dauw uit Friesland gekomen voor hun werk op deze koude winderige plek. Vandaag is het nog redelijk te doen, zeggen ze, maar toen het onlangs zo stormde, zijn ze de toren niet op gegaan. Wat dat betreft komt het perfect uit dat ze ook bezig zijn met de Molen van Piet aan de andere kant van de binnenstad. Daar is de steiger omkleed met dicht beschermend doek dat ook de wind tegenhoudt. Dat dat niet geldt voor het gaasdoek waarmee de steigers van de Waagtoren zijn ingepakt, heb ik inmiddels duidelijk gemerkt. Ik krijg steeds meer respect voor deze helden die elke dag in deze omstandigheden hun specialistische vakwerk verrichten.
Eens in de twaalf jaar
Eens in de circa twaalf jaar staat de Waagtoren in de steigers. “Ons beleid schrijft in principe voor dat we alle monumentale panden om de vier jaar schilderen,” vertelt Peter Smidt, coördinator onderhoud en projecten afdeling Vastgoed. “Maar het is een beetje te gek om de Waagtoren elke vier jaar in de steigers te zetten, dus dat doen we eens in de twaalf jaar. Dan kunnen we meteen het metsel- en loodwerk inspecteren. Je kunt namelijk pas echt zien in welke staat dat verkeert als je er met je neus bovenop staat.”
Dat laatste bleek ook deze keer, want de voorlopige inschatting van het totale werk bleek te optimistisch. Peter: “Op de begroting stond voornamelijk schilderwerk en wat herstel van lood- en voegwerk. Maar toen de steigers eenmaal stonden, bleek tijdens de eerste inspectie dat al het voegwerk verwijderd moest worden en ook het loodwerk was in veel slechtere staat dan gedacht. Verder is er een heleboel houtrot aangetroffen dat hersteld moest worden. Dat gaat dan om de kozijnen, inclusief architraven, ofwel de versieringen. Bij restauratie schatten we altijd in hoeveel procent van het totale oppervlak hersteld moet worden en meestal is dat zo tussen de 15 tot 20 procent bij dit soort panden. Maar in dit geval bleek het 50 procent te zijn!”
Is die periode van twaalf jaar dan toch te lang?
“Nee, daar ligt het niet aan. Het heeft meer te maken met werkmethodes en verschillende inzichten op dat gebied. Op kritieke punten in het loodwerk bijvoorbeeld, was er van alles dicht gekit. Daarbij kwam dat het afschot schuin afliep naar de toren in plaats van andersom. Het effect was uiteindelijk een soort omgekeerde badmuts waar het water in bleef staan. Op die manier liep het via ontstane kieren uiteindelijk zo de constructie in.”
Om ervoor te zorgen dat er over nog eens twaalf jaar niet weer zoveel herstelwerk nodig is, is het belangrijk uiterst zorgvuldige keuzes te maken in aanpak en materiaalgebruik. Restauratiearchitect Peter de Vries: “Voor het herstel van het voegwerk bijvoorbeeld, gebruiken we mortel op basis van schelpkalk. Die is vettig en beter vochtregulerend dan mortel op basis van cement. Kalkmortel kan in feite steeds vocht op blijven nemen en raakt nooit helemaal uitgehard. Daardoor is het materiaal veel minder aan slijtage onderhevig. Maar het maken van de juiste mortel blijft een heikele kwestie hoor. Ook kalkmortel heeft zijn beperkingen. Er is in feite geen enkele mortel die je overal kunt toepassen. Ook TNO worstelt met dit vraagstuk.”
Natuursteen
Voor het herstellen van de aangetaste natuursteen, waarmee de toren is gebouwd, is de zogenoemde Jahnmortel gebruikt, een speciale reparatiemortel voor zandsteen. Peter de Vries: “In de tijd dat de Waag gebouwd werd, eind zestiende, begin zeventiende eeuw, was het allemaal heel simpel. De stenen werden gebakken in een open veldoven en als het vuur was uitgebrand, gingen ze kijken wat voor stenen eruit waren gekomen. Wat er goed uit zag, kwam dan in het zicht en de stenen van mindere kwaliteit werden aan de binnenkant gebruikt. Voor de kwaliteit is het belangrijk dat de buitenkant van de steen, de bakhuid, goed hard is. En bij stenen die verder van het vuur hebben gelegen, is die duidelijk minder van kwaliteit. Aan een flink aantal stenen was dan ook echt behoorlijke schade door erosie.”
“De toegepaste natuursteen is trouwens Bentheimer zandsteen en die heeft een gele kleur. De steenhouwer heeft hem afgewerkt met mooie ribbeltjes, ook wel frijnslag genoemd. Dat was in die tijd een teken van luxe. Maar zandsteen is vrij zacht en verweert gemakkelijk. En dat is waarschijnlijk de reden geweest dat ze de stenen vervolgens geschilderd hebben. Normaal gesproken werden ze alleen behandeld met bijvoorbeeld lijnolie. Maar hier kwamen we wel vijf of zes verschillende verflagen tegen. Het nadeel van verf is dat je dan geen goed beeld krijgt van eventuele breuken. Het bleek dat de blindankers binnenin waren gaan roesten en dat zorgt voor schade aan de stenen. De grote brokstukken zijn gelijmd en daar waar stukken ontbraken, zijn de stenen dus hersteld met reparatiemortel van de firma Jahn. Maar eerst zijn alle losse onderdelen eraf gehaald en is al het ankerwerk ontroest en roestwerend behandeld, zodat het geheel weer minstens vijftig jaar mee kan.”
In totaal zal de Waagtoren ongeveer 6 maanden in de steigers staan, afhankelijk van de weersomstandigheden. Het is de bedoeling dat de klus voor het toeristenseizoen geklaard is, zodat de doeken er weer af kunnen en de Alkmaarders en toeristen weer kunnen genieten van een mooie restaureerde toren.
Update 1 (19 mei 2018)
Waagtoren in fases uit de steigers
Toen gestart werd met de restauratie van de Waagtoren was het de bedoeling dat de toren voor het drukke toeristenseizoen weer uit de steigers zou zijn. Tegenvallende werkzaamheden hebben samen met de ijzige kou echter voor wat oponthoud gezorgd.
Maar er is goed nieuws, want als het weer mee blijft zitten, wordt volgende week het bovenste deel van de toren van de steigers ontdaan. Dit gebeurt na het terugplaatsen van het torenkruis. Een officiële handeling die bij goed weer komende week gepland is. Meer hierover, lees je na het weekend op deze pagina.
In de week erna moeten eerst de wijzers en de cijfers van de klok worden teruggeplaatst en daar is de steiger nog even voor nodig. Maar daarna zal in elk geval het bovenste deel van de steiger verwijderd worden.
De rest volgt dan in principe snel in de weken erna.
Het oponthoud is volgens Peter Smidt, die het gebouw namens de gemeente beheert, vooral te wijten aan de kou van de afgelopen winter: “Soms was het echt te koud om op de steigers te werken. Al met al heeft dat wel voor anderhalve maand vertraging gezorgd.”
Daarbij kwam natuurlijk dat de hoeveelheid werk ook vele malen groter bleek te zijn dan ingeschat. Dit werd pas duidelijk toen de steigers eenmaal stonden en de vakmensen de toren van dichtbij konden bekijken. Was eerst het schilderwerk het belangrijkst, toen het werk eenmaal was aangevangen, bleek dat ook het voegwerk en het loodwerk nodig aan vervanging toe was.
Maar het einde is nu echt in zicht, hoewel Peter Smidt niets durft te beloven: “Bij windkracht 6 mogen wij bijvoorbeeld de steiger niet op en kan ie ook niet worden afgebroken. Dus we zijn en blijven afhankelijk van het weer.”
Update 2 (8 juni 2018)
Trompetter in nieuw jasje terug op zijn plek
Op woensdag 6 juni is de trompetter van de Waagtoren weer teruggeplaatst op zijn vertrouwde plek. Dit na een intensieve schilderbeurt door Brechtje de Bruijn van schildersbedrijf G. de Bruijn uit Lutjewinkel: “Nadat vorig jaar de steigers werden geplaatst, hebben we hem naar beneden gehaald. Hij was toen helemaal blauw, met schild en al. En mijns inziens hoorde dat niet zo. Vandaar dat ik onderzoek heb gedaan naar de originele kleuren van een dergelijke outfit uit die tijd.”
De trompetter heeft inmiddels een nieuw uiterlijk met frisse kleuren, inclusief het bladgoud op de trompet en enkele sierstukjes op rok en helm. “Ik heb mijn best er weer op gedaan,” vertelt Brechtje enthousiast. “Dit zijn natuurlijk de leuke dingen van ons werk. Een pand met zo’n geschiedenis! Zo bijzonder als je bedenkt hoe lang zo’n beeld al meegaat!”
De trompetter is de afgelopen periode in de werkplaats van het bedrijf schoongemaakt, geschuurd en laagje voor laagje geschilderd. Woensdag is het beeld teruggeplaatst, waarna Brechtje vanaf de steiger nog even de laatste puntjes op de i zette.”
Het schildersbedrijf van Gerard de Bruijn is sinds 1993 actief en doet voor het grootste deel van de tijd restauratiewerk aan monumenten. Het bedrijf is hier meer en meer in gespecialiseerd geraakt. Zo hebben zoon Frank en dochter Brechtje er speciale opleidingen voor gevolgd.
Op de foto staan Brechtje en Frank achter de trompetter met links hun collega Chris Schilder.
De familie de Bruijn is op dit moment bezig met de tweede fase van het schilderwerk, de onderkant van de Waagtoren. Over het bovenste deel dat de originele kleur terugkreeg, verscheen een artikel in de Stadskrant van 6 juni.