Voormalige Flandria winkel heeft historische pui terug
“Ik ben de vijfde generatie Vlaanderen die hier woont”
Wie wel eens in de Langestraat in Alkmaar winkelt, heeft het vast al gezien. Het pand op nummer 17 heeft de historische winkelpui terug. En dat dankzij Grand Vlaanderen, de 24-jarige achter-achterkleinzoon van de man die hier in 1920 officieel zijn fotozaak begon. De fotozaak groeide uit tot het welbekende Flandria dat nog tot 2002 heeft voortbestaan. Grand besloot het pand in de familie te houden en de historische waarden in ere te herstellen. De te kleine tweedehands winkelpui die er de laatste jaren op zat, ging eraf en de negentiende-eeuwse winkelpui werd gereconstrueerd. Een regelrechte aanwinst voor de binnenstad. Grand: “Nee, dit is geen monument, maar wat niet is, kan nog komen…”
“Flandria komt inderdaad van Vlaanderen, onze achternaam. En ja, de dames Vlaanderen waren ook familie. Dat waren de zusters van mijn overgrootvader. Zij hadden hun winkel aan de Oudegracht.”
Het zijn voornamelijk nostalgische overwegingen voor Grand Vlaanderen, én zijn liefde voor oude panden. Want ook al heeft het pand aan de Langestraat 17 niet de monumentenstatus, Grand heeft het bij de verbouwing volledig als zodanig behandeld.
Grand: “Twee jaar geleden, in 2022, vatte ik het plan op om iets te gaan doen met dit pand. Niemand van de familie wilde er iets mee en ik vond het leuk om het in stand te houden.”
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Oude pui
Waarschijnlijk vraagt iedereen die nu de mooie winkelpui passeert zich af wat hier nou de laatste jaren zat. Dat was de herenkledingzaak van Marshall Denim die de pui hadden bekleed met een pui die om het zacht uit te drukken wat meer rechttoe rechtaan was. Grand: “Waarschijnlijk was die elders opgekocht, want hij kwam aan twee kanten 15 cm tekort…”
“Ik ben de vijfde generatie die hier woont. Mijn over-overgrootvader woonde hier al, maar ik ben de eerste generatie die hier niet geboren is.
Ik ben in 2000 geboren in Bergen. Toen zat de fotowinkel al niet meer op deze plek. Die was inmiddels verhuisd naar de overkant, op nummer 34. De zaak heette toen Europafoto, maar iedereen zei nog altijd Flandria. Dat is de naam die nog steeds elke Alkmaarder kent. Er waren op het laatst veertien filialen. Dat heb ik niet echt meegemaakt. Toen het hoofdkantoor verhuisde van de Achterstraat naar de Beverkoog, was ik net geboren en ik was twee jaar toen het bedrijf stopte.
Van der Horst
Mijn over-overgrootvader is begonnen met de foto’s. Op dat moment zat hier de meubelwinkel van Van der Horst, die zat er al sinds 1880. En achterin die meubelwinkel begon mijn over-overgrootvader in het begin van de vorige eeuw met fotografie. Dat hoekje is steeds verder uitgebreid tot het in 1920 een hele winkel was.
Op de eerste verdieping waren toen de donkere kamers en daar boven woonden mijn opa en oma. Tot zestig jaar geleden. Toen zijn ze verhuisd. En al die zestig jaar hebben de tweede en derde verdieping leeg gestaan. Net als de verdieping hieronder, waar vroeger de donkere kamers waren. Dat is toch harstikke zonde, met dat grote woningtekort!
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Woning
Ik heb het huis gekocht om het te restaureren en te verhuren. Maar eigenlijk was ik zelf ook nog steeds op zoek naar een woning, dus tijdens de verbouwing, besloot ik uiteindelijk om zelf op de tweede en derde verdieping te gaan wonen. En daar ben ik heel erg blij mee. Het is het huis waar mijn opa en oma vroeger woonden. Niet dat ik dat heb meegemaakt, maar mijn vader natuurlijk wel. Die kan dus vertellen hoe het dakterras vroeger vol stond met bloembakken. En doordat ik de vroegere indeling nu ken, weet ik ook hoe mijn opa en oma vroeger leefden. Waar ze kookten, waar ze sliepen, enzovoort.
Ik werk in de autohandel en daarvoor ben ik veel in Duitsland en Zwitserland. Maar als ik hier ben, werk ik aan het huis. Ik heb bijna alles zelf gedaan. Ik ben bovenin begonnen met verbouwen en van daaruit werkte ik naar beneden. De woningen op de eerste en tweede verdieping waren prioriteit en daarna kwam de winkel. De eerste verdieping heb ik nu sinds half december verhuurd.”
Bouwhistorisch onderzoek
Na het aanvragen van de nodige vergunningen kwam het contact met team Erfgoed. Grand: “Jeroen van der Kuur kwam langs voor een bouwhistorisch onderzoek. Dat was ontzettend interessant. Wat me opviel, was dat hij baksteentjes ging meten en vervolgens wist uit welk jaartal ze ongeveer kwamen. Ook hebben we naar de eikenhouten balken gekeken. Dit is, zoals veel panden in de binnenstad, houtskeletbouw.
Ik weet nu dus dat het pand er in de zestiende eeuw al stond (zie ook kader Bouwhistorie, red.). Dat kun je ook wel een beetje zien aan de balken in de winkel.
En alles is scheef hè! Tijdens zo’n verbouwing merk je wel hoe lastig dat is. Mijn kluservaring heb ik gewoon thuis en bij vrienden opgedaan. En dan is het wel een uitdaging als alles zo scheef is.
Ik heb heel veel gehad aan de monumentenadviseurs. Dankzij hen ben ik heel veel meer te weten gekomen over dit pand, zij hadden veel meer informatie, maar ook hele oude tekeningen.”
Dit pand is dus geen monument hè?
“Nee, het is geen monument, maar we hebben wel degelijk rekening gehouden met alle historische waarden. Dat vind ik juist belangrijk! In de winkel blijven die mooie balken dan ook in het zicht. Er komt absoluut geen systeemplafond in. De muren waren allemaal volgesmeerd met zandcement. Iik ben drie weken bezig geweest om alles er met een hakbeitel vanaf te tikken. Gelukkig is alles nu weer baksteen, zoals het hoort. En zoals je inmiddels bij meer winkels ziet, wil ik die kale muur gewoon zo laten.”
Waar komt die drive vandaan?
“Ja, ik heb echt een passie voor oude panden. Ik vind dat heel erg mooi. Ik zou ook nooit in nieuwbouw willen wonen. Dan is alles misschien wel recht, maar veel minder leuk.
En dit is ook nog eens een stukje familiegeschiedenis.
In onze familie draaide alles om fotograferen en daar vinden we nog regelmatig dingen van terug. Zo was ik tien jaar geleden de schuur aan het opruimen met mijn vader en toen vonden we een voorbeeld van de allereerste fotocamera ooit. Dat was een apparaat waarbij je zes uur de tijd moest nemen om een foto te maken. Dan kreeg je, als je op de foto moest, een beugel in je nek om zo lang stil te kunnen blijven zitten. Die camera hebben we niet meer hoor, die hebben we gedoneerd aan het museum.
Dat ik dit pand in ere herstel, zie ik ook als een soort eerbetoon aan mijn opa die in 2020 is overleden. Vandaar ook het familiewapen in de voorpui, dat heb ik laten maken door Pieter Koorn.
Ik vind het best bijzonder dat we een familiewapen hebben. Mijn opa had me als kind beloofd dat ik als ik volwassen was een zegelring zou krijgen met het familiewapen. Maar toen overleed hij en toen kreeg ik hem van mijn oma.
Ik woon hier nu samen met mijn vriendin Emma en die vindt het gelukkig ook hartstikke leuk, zo middenin het centrum. Als er evenementen zijn, dan zit je er natuurlijk bovenop. De Ontzet optocht komt hier gewoon door de straat heen!
Puienprijs
“En om nog even op die monumentenstatus terug te komen: wat niet is, kan nog komen hè? We hebben het er wel over om de monumentenstatus aan te vragen. Maar eerst maar eens de puienprijs. Die zou ik heel graag willen winnen!”