Terug naar het overzicht

Stagiaire Rebekka onderzocht draagtekens van opgraving Boterstraat:

“Het waren dus toch geen pelgrimsinsignes!”

Bij de opgraving in de Boterstraat in juni 2023 is, te midden van alle andere mooie vondsten, een flink aantal tinnen draagtekens gevonden. 36 om precies te zijn, uit de periode 1300 tot 1500. Pelgrimsinsignes, dachten onze archeologen in eerste instantie. En het gevonden insigne van de vliegende piemel werd zelfs landelijk nieuws. Toch blijkt het niet om pelgrimsinsignes te gaan. Dat blijkt uit het onderzoek dat Rebekka Biesbroek de afgelopen maanden deed als stagiaire bij archeologie: “Ze werden gedragen als sieraad maar hadden vaak wel een onderliggende religieuze of profane, wereldlijke betekenis.”

Rebekka studeert Archeologie aan de Universiteit van Amsterdam. En hoewel stagelopen niet verplicht is voor de studie, had ze in haar tweede jaar behoefte aan wat praktijkervaring. Dat ze daarvoor terecht kwam bij team Erfgoed van de gemeente Alkmaar, is niet toevallig: “Ik heb toen ik in de brugklas zat, al eens een dagje meegelopen hier. Wij moesten voor school, naast de maatschappelijke stages, ook elk jaar één beroepsstage doen. Mijn moeder werkt bij de gemeente Alkmaar en zij wees me op het archeologisch centrum. We deden een rondje in het depot en ik mocht wat botjes sorteren. Ik weet nog dat ik het meteen heel leuk vond, maar uiteindelijk koos ik op school toch voor de technische vakken. Totdat ik in 6VWO helemaal klaar was met wiskunde en al die moeilijke rekensommen. Aardrijkskunde vond ik wel heel leuk, maar ik wilde geen docent worden. Iets in de grond leek me wel heel leuk… En zo kwam ik weer uit bij archeologie.”

Sporen in de grond

“Ik had wel de pech dat ik begon in coronatijd. Dus alle uitleg ging via video en ik vond ook wel dat we heel erg veel geschiedenis kregen. Net toen ik begon te twijfelen of ik wel de juiste studie gekozen had, gingen we twee weken op veldwerk in Brabant waar we sporen in de grond mochten onderzoeken in een enorme put. En toen wist ik al heel snel: ja, hier doe ik het voor!

En dit jaar dacht ik dus: ik wil wat meer doen met wat ik leer. En natuurlijk moest ik meteen weer aan de archeologen in Alkmaar denken. Die reageerden meteen enthousiast. Ze waren net klaar met de opgraving in de Boterstraat. En er waren dus 36 insignes die moesten worden geanalyseerd en waarvan we toen nog dachten dat het pelgrimsinsignes waren. Ik wilde heel graag dingen uitzoeken, dus dat werd meteen mijn opdracht.”

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Databases

“Nou was dit niet bepaald een onderwerp waar ik verstand van heb. Je leert er ook niet over op school. Dus dan ga je boeken raadplegen, zoals de boeken van Heilig en Profaan, waar ook een complete database bij hoort. Daar vond ik enkele van onze insignes terug. En ook bij Kunera, een andere database, vond ik informatie. Toen ik ze een mail stuurde met wat vragen, kreeg ik antwoord van mevrouw van Asperen, die mij enorm geholpen heeft met determineren. Zij vertelde ook dat ze dacht dat de voorbeelden die ik had gestuurd geen pelgrimsinsignes waren maar riembeslagen. En dankzij haar hulp hebben we de meeste draagtekens kunnen determineren.”

“De insignes werden dus gedragen als sieraad maar hadden vaak wel een onderliggende religieuze of profane (wereldlijk, niet religieus, red.) betekenis. Dan kun je bij religieus denken aan een heilige of een afbeelding van Maria, en een profane afbeelding kan bijvoorbeeld een haan zijn of een kammetje. Er is ook een hele mooie van een ooievaar. Ik ben eerst nog even helemaal in de symboliek gedoken, want toen dachten we nog dat het pelgrimsinsignes waren.”

Religieus of profaan

“Er zijn trouwens verschillende insignes waarvan niet helemaal duidelijk is of ze nou religieus waren of profaan. Zoals bijvoorbeeld een buste-insigne met de inscriptie AVE.MARIA.G maar met de afbeelding van een man.
En een afbeelding van een haan zou toch religieus kunnen zijn, ook al is het volgens de iconografie geen religieus symbool. Denk bijvoorbeeld aan het Bijbelse verhaal waarin de haan drie keer kraait als Petrus ontkent Jezus te kennen.”

Hoewel alle draagtekens werden gedragen op kledingstukken, konden ze op verschillende manieren worden bevestigd, is te lezen in het onderzoeksrapport van Rebekka. Sommige werden als broche op de kleding vastgezet met behulp van een speldje. En andere draagtekens hadden sierspijker of pennetje dat je bijvoorbeeld door een riem kon steken om het aan de andere kant om te slaan.

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Knopen

En dan is er nog een andere soort draagtekens gevonden bij de opgraving. Dat zijn de insignes in de vorm van knopen, ook bedoeld als decoratie. De gevonden knopen hebben in de meeste gevallen duidelijk een oogje aan de achterkant, waarmee ze aan de kleding werden bevestigd. Vooral bij de knopen met hertenkoppen zijn de oogjes goed bewaard gebleven.

De 36 draagtekens zijn gevonden over het volledige oppervlak van de opgraving dat uit twee percelen bestond. Hierdoor weten we niet of de draagtekens misschien op één van de twee percelen gemaakt werden. Daarnaast bestaat ook de mogelijkheid dat ze helemaal niet lokaal gemaakt zijn, maar dat het materiaal is meegekomen tijdens het ophogen van het terrein in de middeleeuwen…

De bevindingen van Rebekka zijn opgenomen in een artikel over de opgraving aan de Boterstraat dat verschijnt in de Archeologische Kroniek van Noord-Holland. Hierin worden alle opgravingen in de provincie gepubliceerd. Lees meer over de opgraving aan de Boterstraat op onze website. Daar vind je onder meer een verslag van dag tot dag.