Sociale woningen Oud Rochdale krijgen energielabel A
Historische details teruggebracht
De woningen in het charmante wijkje Oud Rochdale zien er met de dag mooier uit. De honderd jaar oude huizen worden compleet gerenoveerd en krijgen verschillende mooie historische details terug. En dat is niet het enige: Van energielabel E tot en met G, gaan de woningen straks allemaal naar A of zelfs A+. Mike Schuil, projectmanager van opdrachtgever Woonwaard: “De huizen hebben een nieuw warm jasje gekregen.”
In 1922 liet de ‘Arbeiderswoningbouwvereeniging Rochdale’ voor haar leden eigen woningen ontwerpen en bouwen. Naar de ideeën van die tijd werd dat een tuinwijk. Er moesten niet alleen goede en betaalbare woningen komen, maar ook aan een groene leefomgeving werd gedacht.De wijk Oud Rochdale werd in vier fasen gebouwd naar een ontwerp van architect List uit Alkmaar. De huidige eigenaar, woningcorporatie Woonwaard, laat de honderdjarige woningen op dit moment uitgebreid renoveren.
“Enerzijds is dit natuurlijk echt een beeldbepalend stukje Alkmaar met een cultuurhistorische waarde die je wilt behouden voor de toekomst,” vertelt Mike Schuil, projectmanager van Woonwaard. “En anderzijds wil je de bewoners van deze huizen die enorm gehecht zijn aan de wijk, ook niet uit elkaar trekken door boel plat te gooien.”
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Hoger energielabel
“Overigens is nieuwbouw ook heel duur en dan kan er soms erg veel tijd gaan zitten in de aanvraagprocessen voor de vergunningen. Verduurzamen was in alle opzichten de beste optie. In eerste instantie om een hoger energielabel te krijgen. Maar toen we onderzoek gingen doen in de woningen, zagen we al snel dat er meer aan de hand was. De houten vloeren op de begane grond waren op veel plekken aangetast door zwam of bruinrot. En als je die moet vervangen, ben je al bijna zover dat de mensen uit hun woningen moeten tijdens de renovatie. Maar er kwamen nog veel meer dingen naar boven die dat noodzakelijk maakten. De elektra moest overhoop, het bleek dat de spouwmuren alleen maar van binnenuit geïsoleerd konden worden. En omdat de vloeren en de dakkapellen eruit gingen, moesten ook de keukens, toiletten en badkamers vervangen worden. Die zouden anders teveel schade hebben opgelopen. Verder bleek dat de dakkapellen die in de jaren tachtig vervangen waren op veel plekken zwakke plekken hadden en zorgden voor lekkage. Inclusief isoleren zou dan het herstel net zo duur zijn als nieuwe dakkapellen aanbrengen. En zo vielen we van het één in het ander.
Om de cultuurhistorische waarde van de woningen recht te doen, hebben we gekeken hoe de dakkapellen waren bij oplevering, honderd jaar geleden. En die hebben we zo goed mogelijk laten namaken. Datzelfde hebben we gedaan met de voordeuren en om het af te maken, komen er nu ook nummerbordjes bij in oude stijl.”
Tuinmuurtjes
De woningen hebben straks dus weer hun kenmerkende historische details (inclusief de tuinmuurtjes, waar monumentenadviseur Anne Pauptit al eens een aflevering van Detail op Dinsdag aan wijdde). Maar qua beleving en energieverbruik zijn ze volledig van deze tijd.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Welke maatregelen zijn er precies genomen om de woningen energiezuinig te maken?
Mike: “De dakkapellen zijn geïsoleerd, de daken zijn geïsoleerd en elk voorzien van drie zonnepanelen, er is balansventilatie aangebracht volgens een warmteterugwinsysteem. Alle kieren zijn dichtgemaakt, want je waaide in sommige woningen uit je hemd. De huizen hebben nieuwe voordeuren met nieuwe kozijnen met dubbel glas. De vloeren zijn geïsoleerd. De wanden zijn voorzien van voorzetwanden, dus de huizen hebben echt een nieuw warm jasje gekregen. Met als resultaat dat de woningen straks allemaal het energielabel A of zelfs A+ hebben, terwijl ze voor renovatie tussen de E en de G zaten… Dat is toch bijzonder voor zulke oude woningen?
Verder doen we nog een stukje voorbereiding om de woningen op een later moment aan te kunnen sluiten op het warmtenet van HVC. Dat gebeurt waarschijnlijk vanaf 2026. En als het gebeurt, dan zijn ze dus ook in één keer gasloos.”
Zes weken
“De renovatie gebeurt blok voor blok en per huizenblok. Het gaat in totaal om 304 woningen die, in de zes weken dat ze gerenoveerd worden, leeg moeten zijn. Mike: “Dat betekent dus dat de huurders er een tijdje uit moeten. We hebben een sociaal plan geschreven en voor de mensen die definitief naar een andere woning wilden verhuizen, hebben we urgentie aangevraagd bij de gemeente. Dat is gelukt, dus die mensen hoeven niet twee keer te verhuizen. De andere huurders gaan zes weken naar een wisselwoning, die hebben zowel in als buiten de wijk. Dat is natuurlijk een hele operatie, waarbij de hele inboedel eruit moet. Die gaat dan in een grote zeecontainer die wij zes weken lang opslaan. Dan krijgen de huurders eerst nog een paar dagen de tijd om bijvoorbeeld te behangen en te schilderen en dan komt de zeecontainer met hun spullen weer terug. Wij organiseren tussendoor nog een aantal dagen waarop grof vuil ingeleverd kan worden en eventueel spullen voor de kringloop. Dat helpt mensen bij het opruimen, zodat niet alles weer terug in huis hoeft.
Overigens is dit ook een mooie gelegenheid voor ons om mensen die eventueel hulp nodig hebben bij andere dingen, tegemoet te komen. We komen nu bij iedereen binnen. Dus als blijkt dat mensen wel wat hulp kunnen gebruiken bij bijvoorbeeld de administratie, of op het sociale vlak, dan kunnen wij ze in contact brengen met de juiste instanties.”
Blaeustratenkwartier
Ze hebben trouwens de smaak te pakken bij Woonwaard, want er wordt al druk gewerkt aan de voorbereidingen voor de renovatie van de woningen in het Blaeustratenkwartier. Mike: “Deze woningen uit de jaren dertig willen we op dezelfde manier aanpakken. We zijn al in gesprek met de monumentenadviseurs van de gemeente over de kenmerkende details die we ook hier natuurlijk willen behouden. Ook deze woningen willen we duurzaam maken, maar ook de uitstraling van de wijk is heel belangrijk voor ons. Ook dat is een bijzonder mooie wijk met een heleboel mooie details. We kijken ernaar uit om daar volgend jaar mee aan de slag te gaan.”