Terug naar het overzicht

Pelgrimsinsignes, gevonden in de Alkmaarse bodem

Bijzondere bodemvondsten

Zo nu en dan komen bij opgravingen metalen pelgrimsinsignes naar boven. Pelgrims-insignes werden vroeger gekocht bij een bedevaartsoord. Als souvenir maar ook als bewijsstuk, om onderdak onderweg te kunnen krijgen. In onze collectie hebben we twee bijzondere exemplaren: een klokje en een lege omlijsting.

Mensen gingen vroeger op pelgrimage met een opdracht. Bijvoorbeeld na een eed aan een heilige tot wie ze zich hadden gericht om genezing. Maar het kwam ook voor een dat een pelgrimsreis als straf werd opgelegd na het plegen van een misdaad.

In de middeleeuwen waren de insignes zo populair dat er een massaproductie op gang kwam. De insignes, meestal gemaakt van een tin-lood legering, verbeeldden vaak de heiligen van wie in het betreffende bedevaartsoord relieken werden bewaard.

Om te laten zien dat ze trots waren op hun prestatie, bevestigden de pelgrims hun insigne op de terugweg graag op een zichtbare plek op hun kleding. Dat kon hun hoed zijn maar ook de schouderkraag, de mantel of de gordel. Vandaar ook dat alle insignes een oogje of gaatje hebben. Tegelijkertijd zagen de pelgrims het insigne ook als geluksbrenger. Ze dichtten ze een heilzame werking toe en geloofden dat het insigne hielp om onheil af te weren.

Malletje

Hoe werden die pelgrimsinsignes nu gemaakt? Ze werden gegoten in een holle gietvorm of mal, gemaakt van onder andere leisteen. Die malletjes werden gesneden door handige werklui, zoals bijvoorbeeld stempelsnijders. De voor-en achterzijde van het malletje werden met uithollingen en pluggen aan elkaar vastgemaakt. Vervolgens werd via trechtervormige gleuven het gesmolten metaal in de vorm gegoten.

Klokje

In 2017 vonden onze archeologen bij een opgraving aan de Laat (bij de voormalige meubelzaak Lundia) een miniatuurklokje uit de tweede helft van de vijftiende eeuw. Ook dit soort klokjes werden als insigne gedragen door pelgrims. In dit geval zou het klingelen van het klokje helpen om onheil te weren. Vergelijkbaar met het luiden van kerkklokken. Klingelende klokjes met daarop gebedsteksten van bijvoorbeeld het Ave Maria, zouden de afwerende werking zelfs versterken. Ons klokje is gemaakt van lood en tin, het is 2 cm hoog en heeft een diameter van 2.2 cm. Bij de meeste van de teruggevonden klokjes zijn de klepeltjes verloren gegaan en dat geldt ook voor dit exemplaar. Net als het ophangoog, ook dat is verdwenen. Wel kunnen we duidelijk de gietnaad zien, overgebleven van het gieten in de mal.

Omlijsting

Het tweede pelgrimsinsigne is een omlijsting, opgegraven aan het Baanpad, waar het in 1999 naar boven kwam uit de vulling van een sloot. De omlijsting is gemaakt van lood en tin; is vijf cm groot en afkomstig uit eind zestiende of de eerste helft van de zeventiende eeuw. De rand heeft een geometrische versiering met aan de bovenkant twee lipjes.

De vraag is wat er in de omlijsting heeft gezeten. Wellicht een afbeelding van een heilige, geschilderd op een houten of metalen plaatje met een glasplaatje als bescherming? Maar het kan ook zijn dat het lijstje werd gebruikt als reliekhoudertje om spulletjes van de bedevaartsplek in te bewaren. Of het moet een zogenoemd spiegelinsigne zijn geweest. Een insigne waarin een spiegeltje verwerkt was, bedoeld om de reflectie van een heilige op te vangen en (als het ware) mee naar huis te nemen…

Karin Beemster, beheerder gemeentelijk archeologiedepot

Bronnen: Beuningen van, H.J.E., Koldeweij, A.M. en Kicken, D. 2001, 1200 Heilig en Profaan 2, Laatmiddeleeuwse insignes uit openbare en particuliere collecties. Beuningen van, H.J.E., Koldeweij, A.M., Kicken, D. en Asperen van, H., 2012, 1300 Heilig en Profaan 3, Laatmiddeleeuwse insignes uit openbare en particuliere collecties.