Komt mini Rode Toren weer terug op Rootorenbrug?
Bouwkundestudenten InHolland maken replica van museumstuk
Op de hoek van de Bierkade en de Wageweg stond, bijna 500 jaar geleden, een rode toren. Het was een forse ronde toren die deel uitmaakte van de zestiende-eeuwse vestingwerken. In 1551 is de toren omgebouwd tot molen om vervolgens in 1573 gesloopt te worden. De brug aan het eind van het Luttik Oudorp is naar de toren genoemd. Bovenop de wip (ophaalconstructie) van deze ‘Rootorenbrug’, prijkte destijds een miniversie van de toren. Dat torentje, dat in het bezit is van Stedelijk Museum Alkmaar, wordt nu met behulp van 3D-technieken nagemaakt door twee derdejaars studenten van InHolland: “We hopen dat het resultaat weer een plek op de brug kan krijgen.”
Er bestaan slechts een paar vage afbeeldingen van de Rode Toren. Die zijn te zien op de oudste kaarten van Alkmaar van kort voor 1573, toen de toren inmiddels was omgebouwd tot molen. Toen de Spanjaarden op 21 augustus van dat jaar voor Alkmaar verschenen, werd het moleninterieur eruit gesloopt, net als de daken van de muurtorens die immers bij beschietingen gevaarlijk waren voor de verdedigers. De naam van de Rode Toren bleef nog wel eeuwenlang nog verbonden aan de Rootorenbrug over het uiteinde van het Luttik Oudorp, ook al is de toren zelf in 1573 verdwenen.
Kelly Smit en Jeffrey Bes, twee derdejaars studenten van de opleiding Bouwkunde aan hogeschool InHolland, zijn met behulp van 3D-technieken bezig met het reconstrueren van de 66 cm hoge miniversie rode toren uit de collectie van Stedelijk Museum Alkmaar. Vanwege de coronacrisis gebeurt het meeste werk thuis achter het beeldscherm, met uitzondering van de bezoekjes aan het museum.
Leuk om te werken aan een stukje bouwhistorie?
Kelly: “Ja, heel leuk. Ik kom uit Medemblik en studeer dus in Alkmaar, en ik vind het leuk om op deze manier ook een stukje geschiedenis van Alkmaar te leren kennen. Toen ik met mijn studie begon, was ik niet speciaal geïnteresseerd in de geschiedenis van de bouwkunde. Die is gewekt tijdens mijn eerste stage in Amsterdam-Zuid bij Huis van bewaring 2. Een oude gevangenis die werd omgebouwd tot school. Verder zijn we bezig geweest met stolpen in Noord-Holland en de mogelijkheid om die duurzaam te maken. Dat vind ik bijzonder interessant!”
Jeffrey: “Je merkt ook dat bouwgeschiedenis steeds belangrijker wordt. Er wordt steeds meer gekeken naar de mogelijkheid om gebouwen van vroeger te bewaren en opnieuw te gebruiken. Het is allang niet meer zoals vroeger toen alles gewoon werd gesloopt. Dus in die zin, is deze opdracht ook heel mooi voor op onze cv’s.”
Wat is de looptijd van dit project?
Kelly: “We zijn begin september begonnen en eind januari moet het af zijn. We besteden er 4 uur per week aan, dus het gaat niet zo snel als wanneer je dit tijdens een stage zou doen. We zijn begonnen met historisch onderzoek en begin oktober zijn we naar het museum gegaan om het torentje te bekijken en alvast wat foto’s te maken. Aan de hand van die foto’s konden we vervolgens een plan maken voor het 3d-scannen en daarvoor zijn we later terug gegaan met een Leica 360 scanner”
Kunnen jullie dat proces beschrijven?
Jeffrey: “Eerst wordt met een 3d-scanner een zogenoemde puntenwolk gemaakt. Met deze punten wordt een ‘Mesh’ ofwel massa gegenereerd. Het detailniveau van de mesh hangt daarbij af van het detailniveau van de scanner. Omdat onze scanner niet een extreem hoge resolutie oplert, hebben wij ook nog op een andere manier gescand met een hoger detailniveau. Over de mesh wordt vervolgens een zogeheten textuur geladen. Dat zijn feitelijk gewoon 2d-foto’s die over de 3d-mesh worden geprojecteerd. Dit alles bij elkaar levert een model op waarbij dus ook het materiaal zichtbaar is.”
Kelly: “Vervolgens onderzoek je dus het materiaal om het eindresultaat zo realistisch mogelijk te kunnen maken. Het torentje dat in het museum staat, is gemaakt van massief hout. We weten nog niet wat voor onze kopie gaan gebruiken. Dat zijn we nog aan het onderzoeken, maar het moet in elk geval bestand zijn tegen alle weersinvloeden.”
Wat is voor jullie de grootste uitdaging in dit project?
Kelly: “Voor mij is dat het technische gedeelte. Jeffrey is al heel bedreven in het werken met de 3d-techniek en daar kan ik veel van leren. Hij is daar tot nu toe het meest mee bezig en intussen heb ik me gebogen over het historisch onderzoek en de verslagen.”
Jeffrey: “De grootste uitdaging voor mij is het compleet reconstrueren van een bestaand object dat is aangetast door de jaren. Het torentje omzetten in een digitale omgeving waarbij je elke scheur, elke verkleuring in de verf en kapotte en uitgevallen deeltjes hout terugziet.
En dan is natuurlijk de grote vraag: ga je het hele object opnieuw creëren of ga je uit van het bestaande en ga je dan die onderdelen repareren? Als je kiest voor dat laatste, dan is het heel belangrijk dat je alle details hebt, zodat je ook weer de juiste onderdelen kunt creëren die je nodig hebt om de schade te repareren.”
Heb je een concreet voorbeeld?
Jeffrey: “Stel je hebt een enorme scheur, maar die zie je niet in het model terug omdat je te weinig details hebt. Dan kun je daar dus niks mee. Hoe minder details je hebt vastgelegd, hoe minder je weet, en hoe minder je erop kunt plannen bij de reconstructie.
Bij het rode torentje mist er bijvoorbeeld een stuk hout bij het raam naar de bodem. Dat is duidelijk te zien in de digitale versie. En dan is de vraag voor ons: ga je het torentje reconstrueren mét dat gat dat er nu ook zit of maak je het weer zoals het origineel was bedoeld? Je moet ook beseffen dat het object, zolang het digitaal blijft, voor eeuwig blijft zoals het is, terwijl het oorspronkelijke fysieke object (in dit geval het torentje) toch achteruit blijft gaan, hoe goed je het ook probeert te conserveren.
Wat je vaak ziet bij Discovery Channel, is dat ze twee digitale versie hebben. Eén van de huidige situatie en één van de originele staat.
Want de staat die een object in de loop van de tijd heeft verkregen, díe vertelt het verhaal. En dat verhaal verlies je als je het opnieuw gaat maken. Daarom is het zo leuk om digitaal beide versies te hebben zodat je beide verhalen kunt blijven vertellen.”
Maar het blijft in dit geval dus niet bij een digitale versie
Kelly: “Nee, we gaan dus ook die replica maken. Het oorspronkelijke torentje dat ooit bovenop de brug stond, blijft natuurlijk in het museum maar wij hopen dat onze kopie straks misschien weer een plek op de brug kan krijgen. Of wellicht vlakbij de brug op straatniveau, met een box erbij waarin het verhaal over de geschiedenis van het torentje wordt verteld. Daarover zijn we nog in gesprek met de erfgoedspecialisten van de gemeente.”