Terug naar het overzicht

Henk Krabbendam deze zomer met pensioen

“Ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt”

De meeste monumenteneigenaren in Alkmaar kennen hem, Henk Krabbendam. Als (assistent)restauratieinspecteur kende hij de afgelopen jaren subsidies toe voor beeldbepalende panden en monumenten. Hij hielp talloze eigenaren van monumenten de originele details in en aan hun panden te bewaren en waar mogelijk weer in ere te herstellen. En hij runde jarenlang de Monumentenloods aan de Torenburg waar eigenaars van oudere woningen in Alkmaar oude materialen kunnen vinden om hun huis in stijl op te knappen of verder aan te kleden. Half augustus, rond zijn verjaardag, zet hij een punt achter zijn loopbaan en gaat hij met pensioen: “Ik maakte van mijn hobby mijn werk. Wie kan dat nou zeggen?”

“Als kind was ik al gek op oude huizen. Toen ik 14 was kreeg ik van de heer Bloothoofd, de toenmalige directeur van Openbare Werken, de sleutel van een pand aan het Groot Nieuwland en van een trapgevel aan het Ritsevoort. In dat laatste pand zat vroeger banketbakker Soecker. Daar was nog een half dichtgegooide kelder met gewelf die ik heb uitgegraven, en die daardoor behouden is. Daar trof ik toen, links en rechts van de schouw twee tegeltableaus aan waarop twee vogelkooitjes met vogels waren afgebeeld. En blijkbaar had iemand dat aan de krant verteld. Die berichtte erover en vermeldde erbij dat het pand leegstond. Tja, toen waren de volgende dag die tegels gestolen…

Oud-Alkmaarprijs

“Ik was in mijn tienerjaren ook vaak bezig bij de Hof van Sonoy. Dan nam ik gereedschap mee van huis en ging ik gewoon aan de slag. Op mijn negentiende kreeg ik al de oud-Alkmaarprijs. Voor mijn bijdrage aan het behoud van de Hof van Sonoy. Later, toen ik inmiddels bij de gemeente werkte, ontving mijn toenmalige hoofd Piet Verhoeven ook die prijs. ‘Nu pas?’ reageerde ik toen voor de gein. ‘Ik had hem al op mijn negentiende.’ Dat was, geloof ik, één van de weinige keren dat hij niks terug te zeggen had…

Niets dan goeds trouwens hoor, over Piet. Aan hem heb ik mijn baan bij de vakgroep Erfgoed te danken, halverwege de jaren negentig. Naast mijn werk was ik altijd al bezig met oude panden. En alles wat ik weet, heb ik mezelf aangeleerd. En toen ik op een gegeven moment zonder werk kwam te zitten, mocht ik bij wijze van re-integratie de monumentenloods van de gemeente opruimen. Dat was bedoeld als project voor een half jaar…”

Monumentale vuilnisbelt

Maar Henk wist zichzelf met zijn vindingrijkheid al snel onmisbaar te maken: “Ik kwam als het ware terecht in een monumentale vuilnisbelt. De monumentenloods zat toen nog aan de Herculesstraat, vlakbij de toenmalige vuilverbranding. En werkelijk alles zat helemaal onder de zwarte as. Ik ben dus begonnen met alles te sorteren en alles wat bruikbaar was schoon te maken. Een deel van de loods heb ik ingericht als museum, met voorbeeldmateriaal dat eigenlijk verrot was. Daarnaast begon ik de bruikbare materialen te verkopen aan inwoners van Alkmaar met oude huizen en dat werd enorm gewaardeerd. Ik kreeg te horen dat ik mocht ik blijven en dat mondde dus uit in een langdurig dienstverband.”


Op een gegeven moment zou het pand in de Herculesstraat gesloopt worden omdat er nieuwbouw kwam op die plek. Toen moesten we er dus uit. Ik woonde in die tijd aan de Achterdam en daar vlak bij, aan de Torenburg 3, had ik een pandje leeg zien staan. Dat leek me wel een goeie plek en dat is ook inderdaad de nieuwe Monumentenloods geworden. Maar daar kwam nog wel het één en ander bij kijken, want in feite kwam ik van de ene in de andere vuilnisbelt terecht.

Bordeel

Torenburg 3 was een bordeel geweest, genaamd Pussycat, met van die lelijke plastic blinden en binnen van die roze muren, waarvan je trouwens nog steeds stukjes tegenkomt. Maar goed, ik heb daar twee volle vuilniswagens met rotzooi uit gehaald voordat we erin aan de slag konden gaan. Vervolgens heb ik stellingen gebouwd met hout van de voormalige Josefschool aan de Laat. Die stellingen hadden meteen een dragende functie want de balken van het pandje waren niet zo best. Maar we konden wel alles van de Herculesstraat naar de Torenburg verhuizen en daar hebben we in totaal 14 jaar gedraaid. Totdat het pand gerestaureerd moest worden.

Inmiddels zit de Monumentenloods tijdelijk aan de Alexander Flemingstraat en het beheer is inmiddels overgenomen door de Historische Vereniging Alkmaar

Henk: “Sinds ik twee jaar geleden gebruik ging maken van het generatiepact (een tijdelijke regeling), werk ik nog de helft van het aantal uren. Dat betekende dat ik werk moest afstoten, waaronder het beheer van de monumentenloods. Maar ik ben er nog wel namens de gemeente bij betrokken.”

Wat doe je nog meer, naast het beheren van de Monumentenloods?

“Ik ga veel op inspectie bij monumenteneigenaren. En ik ga met mensen in gesprek over subsidie. Dan ga ik bij ze langs en dan praten we door wat ze precies van plan zijn. Ik vind het altijd erg leuk als ik mensen enthousiast maken voor het bewaren van oude details. Helemaal als ze uiteindelijk besluiten meer te doen bij de restauratie dan ze aanvankelijk van plan waren. Ik probeer ze dan ook te helpen aan de nodige informatie.”

Waarvoor vragen monumenteneigenaren zoal subsidie aan?

“Dat gaat van het repareren van een lekke kelder of het laten voegen van de gevel tot het met het vervangen van bijvoorbeeld glas-in-lood of het complete dak. Bij gemeentelijke monumenten kun je ook subsidie aanvragen voor het schilderwerk. En dan ga je met de eigenaren in gesprek over historisch kleurgebruik. Soms hadden mensen dat van tevoren nog niet zo bedacht, maar achteraf zijn ze er vaak wel blij mee. Zo heeft slagerij Eeken op het hoekje van  de Oudegracht de gevel weer in het oorspronkelijke groen laten schilderen. Ik heb begrepen dat hij daar heel positieve reacties op krijgt.”

Ambachtsschool

“Naast het verstrekken van subsidies mocht ik de afgelopen jaren ook een aantal grote projecten begeleiden. Zoals de restauratie van de voormalige ambachtsschool, waar nu onder meer het Archeologisch Centrum en het Regionaal Archief zitten. Ik had zelf nog op die school gezeten en dat was geen leuke tijd. Met uitzondering dan van een extra praktijkjaar. Ik had echt een haat-liefdeverhouding met dat gebouw, want het is natuurlijk wel een prachtig pand.  Ook de restauratie van het Doelengebouw heb ik begeleid. Dat was toen Stedelijk Museum Alkmaar begin jaren negentig ging verhuizen naar het Canadaplein. Ook de naastgelegen voormalige Bewaarschool hoorde bij dat project. Ik heb er nog voor gezorgd dat die tekst er weer op kwam.”

Wat heeft in al die jaren de meeste indruk op je gemaakt?

“Dat was de herbouw van de hamei van de Boompoort in 2015. De Boompoort was de brug die in 1725 gebouwd werd tussen het Zeglis en de Voormeer. De hamei is een soort voorpoort om te voorkomen dat de mensen in de plomp zouden lopen als de brug naar de stad ’s nachts open stond. Dat project werd begeleid door restauratiebouwkundige Anne Pauptit. Ik heb toen alle tekeningen en schetsen opgezocht in het archief en de details uitgezocht. De beeldengroep die erbij hoorde en die er dus nu weer op staat, heeft jarenlang in de binnentuin van het oude Stadhuis gestaan. We hebben de hamei zoveel mogelijk in oude stijl herbouwd, naar het voorbeeld van de gevonden afbeeldingen. Datzelfde wilden we doen met de hamei van de Popelmansbrug bij het Klein Nieuwland. Dat is er nog niet van gekomen, maar als het zover is, mogen ze me altijd bellen voor hulp. Dat geldt natuurlijk ook voor mijn opvolgers. Want ja, ik heb er toch ook wel een beetje moeite mee dat ik moet stoppen. Ik raak in feite mijn hobby kwijt. Al zal er straks vanzelf weer iets ontstaan. Maar, ik heb dus van mijn hobby mijn werk gemaakt en dat kunnen toch maar weinig mensen zeggen.”