Terug naar het overzicht

Een supermarkt in het voormalige V en D-gebouw

Koffie drinken op monumentale etalagevloeren

Het heeft even geduurd, maar inmiddels is algemeen bekend dat op de begane grond van het voormalige V&D-pand aan de Laat een vestiging van Jumbo komt. Het inrichten van een winkel mét behoud van de monumentale waarden van het pand, brengt wel een uitdaging met zich mee. Zoals bijvoorbeeld de voor V&D kenmerkende etalagevloeren waarvan er een paar bewaard zijn gebleven. Maar daar is een oplossing voor gevonden. Je kunt er straks een heerlijke kop koffie of thee drinken met uitzicht op de winkelstraat.

Sinds in december 2015 het Vroom & Dreesmann-concern failliet ging, wordt gezocht naar een goede nieuwe bestemming voor de vaak indrukwekkende gebouwen waarin de winkels gevestigd waren. Ook in Alkmaar duurde het een aantal jaren voordat een geschikte bestemming gevonden werd. Het moderne winkelwarenhuis Top Shelf, dat een eerste poging deed, bleek geen commercieel succes. Het avontuur was dan ook van korte duur.

In opdracht van de huidige eigenaren, maakt architectenbureau Heiko Hulscher Architecten nu ontwerpen voor winkels op de begane grond en woningen op alle verdiepingen. En sinds juni loopt er een vergunningaanvraag voor het geschikt maken van de begane grond voor de vestiging van een landelijke supermarktketen. Dit is het gedeelte met de oudste gebouwdelen met gevels aan de Laat en de Ridderstraat.

Warenhuis als winkelfenomeen

Wie een luchtfoto van Alkmaar bekijkt, kan in één oogopslag het V&D-pand herkennen. Het is een opmerkelijk grootschalig bouwblok in de verder fijnkorrelige binnenstad. Het gebouw waarin V&D al die jaren huisde was niet alleen volumineus maar ook groots.

Alkmaar afficheert zich al eeuwen als ‘koopstad’ voor de wijde regio en het winkelaanbod is van oudsher ruim en gevarieerd. Niet alleen stedelingen, maar ook dorpelingen kwamen hier vroeger al inkopen doen. Daartoe werden ze verleid door de uitstallingen en etalages die in de loop der tijd steeds royaler werden. Winkelpuien met lokkende etalages werden sinds het eind van de negentiende eeuw zelfs een zelfstandig architectuurgenre.

Vroom & Dreesmann deed daar in 1925 een flinke schep bovenop. Geïnspireerd door luxe Parijse warenhuizen werd hier een verkoopmagazijn neergezet, met een allure zoals de Alkmaarders dat nog niet eerder meemaakten.

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Winkelen als beleving

De organisatie van de verkoop was in de nieuwe V&D veel verder geëvolueerd dan in het bestaande topsegment Alkmaarse winkels. Daar ging je als klant doelgericht binnen om vlot te worden geholpen door een gespecialiseerde winkelier. Maar bij het grote nieuwe winkelwarenhuis was de winkelervaring langduriger en intenser.

Aan alle gevels had het gebouw etalages die aan de straat grensden. Onder een glazen luifel werd alvast een enorme variëteit aan artikelen getoond. Entrees vond je zowel aan de Laat als aan de Ridderstraat. Vooral de entree vanaf de Laat was buitengewoon ruim van opzet. Tussen de straat en de draaideuren was nog een heel gebied waar het publiek zich aan de mooi opgemaakte etalages kon verlekkeren.

Die overdekte overgangszone, omringd door etalages die door gaslicht werden verlicht, kon je nog zonder verplichtingen betreden. Hier waren geen winkelbedienden die je behulpzaam toeschoten. Dus ook klanten met een platte beurs konden hier denkbeeldig komen winkelen. Pas wanneer je door de deuren achter het ‘portiek’ stapte, kwam je in de verwarmde verkoopruimte. Die werd naast kunstlicht ook verlicht door de grote lichtkoepel in het dak. Via openingen in de vloer verlichtte het daglicht de hele winkel. Op de begane grond en de verdiepingen waren de sjieke toonzalen en voorraadkasten. Hier waren ook de bedienden. In de kelder had je ook een publieksruimte, maar die was ondergeschikt. Hier kon je bijvoorbeeld kleding passend laten maken, maar het besluit tot koop was dan al genomen.

De inrichting en werking van de etalages

Het inrichten van de etalages, die voor een deel bijna rondom van glas waren voorzien, werd een kunst op zich. Nog steeds laat de Bijenkorf in Amsterdam zich voorstaan op de steeds wisselende etalages. Smaakvol ingericht door de etaleur. Het periodiek inrichten van de etalages was een bezigheid die zich weliswaar in het volle zicht van het publiek afspeelde, maar waarvoor het winkelend publiek niet hoefde te worden gestoord.

Elk van deze etalages had een verhoogde bodem, met daarin een vloerluik dat uitkwam in de kelder. In de kelder was weliswaar het middendeel toegankelijk voor publiek, maar de zone langs de buitengevel was daarvan afgescheiden. Die staat op de bouwtekening uit 1925 vermeld als ‘opslag etalage’. De etaleurs konden zich dus achter de coulissen bewegen. En vanuit de kelder konden ze op de juiste plek van onderaf elke gewenste etalage bereiken. Ter oriëntatie waren de vloerluiken aan de onderzijde voorzien van geschilderde nummers. De opslagruimte en omgang werd enigszins verlicht door de glazen prisma’s, die nog steeds als glazen tegelblokken in de straat aanwezig zijn.

(Tekst gaat verder onder de foto’s)

Onderschrift bij tekening: Detail van originele plattegrondtekening uit 1925, waarop het enorme oppervlak in het ‘portiek’ en de etalages goed zichtbaar is. De Laat is links. (bouwarchief gemeente Alkmaar).

Verhoogde etalagebodems nog bewaard

Ondanks alle latere verbouwingen, bleek een deel van de verhoogde etalagebodems met de vloerluiken nog aanwezig te zijn in het gebouw. Vanwege het bijzondere verhaal erachter, hechtten alle betrokkenen groot belang aan het behoud ervan. Al was dat voor het inrichten van de toekomstige winkel wel erg lastig, ook vanwege het niveauverschil. Maar de ontwerpers hebben van de nood een deugd gemaakt: op de etalagebodems zijn nu zitjes ontworpen. Daar kun je tijdens of na het winkelen nog een kopje koffie of thee drinken en, natuurlijk, het voorbijkomende publiek bekijken.

Iets anders waar bij het ontwerp van de inrichting van de nieuwe winkel rekening mee is gehouden, is het doorzicht in de winkel. Je kunt nu door de winkelruiten naar binnen kijken en we hebben er als gemeente op aangedrongen om dit zoveel mogelijk zo te laten. Door dus niet de etalageruiten helemaal dicht te plakken, waardoor een volledige kunstlichtwinkel zou ontstaan. Dat zou het pand een goedkopere uitstraling kunnen geven. Bij de aankleding van de etalageruiten is hier extra aandacht aan besteed.

Voor de beleving van de stad en de winkelstraat is het goed dat er ook in de nieuwe situatie weer een levendige gevel met dieptewerking is. Ondanks de afwezigheid van sjieke etalages…

Anne Pauptit, monumentenadviseur team Erfgoed, gemeente Alkmaar

Terug naar het overzicht met artikelen van Erfgoed Magazine Alkmaar 67