Een nadere blik op een historische plafondschildering
In het Stadhuis aan de Langestraat in Alkmaar is een flinke verbouwing gaande. Eind dit jaar moet alles klaar zijn, want dan bestaat het stadhuis 500 jaar. Eén van de ruimtes die onder handen wordt genomen, is de Nieropkamer. Een kamer uit 1609, die vernoemd is naar de bekende Alkmaarse meubelmaker Jan Nierop (1839-1915). Restauratoren Ruth Jongsma en Annefloor Schlotter nemen het fraai beschilderde plafond onder de loep.
Na de Tweede Wereldoorlog werd de voormalige weeskamer in het stadhuis omgedoopt tot Nieropkamer. Tegenwoordig is de zogenoemde Nieropcollectie, die voor een deel bestaat uit Aziatisch keramiek, verspreid te zien door het stadhuis. Een deel van de collectie bevindt zich in het depot van het Stedelijk Museum Alkmaar. Ook in de gelijknamige kamer op het stadhuis staat nog een verzameling porselein.
60 gulden
Bekend is dat het plafond in de Nieropkamer in 1634 voor een bedrag van 60 gulden is beschilderd door een (nog) onbekende maker. Het plafond bestaat uit drie velden die van elkaar gescheiden zijn door twee balken. Op een groene achtergrondkleur zijn in vlotte penseelstreken in bruinrood en heldergeel krullende bladeren en ranken geschilderd in de vorm van onderdelen van een skelet, zoals een stukje kraakbeen of een oor. We hebben hier te maken met een soort vormentaal die bekendstaat als de ‘knorpelstijl’ (Knorpel is Duits voor kniegewricht). Deze stijl, die in Nederland in hooguit tien vergelijkbare plafonds gebruikt is, doet denken aan het werk van Antoni Hendriks. Tot zijn portfolio behoren onder meer het plafond in de Oude Kerk in Amsterdam (1628) en Huis ten Bosch in Maarssen (1629).
Het plafond is verder versierd met vogels, bloemen, bladeren, kinderfiguren en vreemde fabelachtige wezens. De meeste motieven zijn opvallend aangedikt met vlotte penseelstreken in geel en zwart. Het lijkt erop dat het plafond in de loop der jaren is overgeschilderd. Mogelijk door de Gebroeders Molenaar, die in 1913 trots hun signatuur achterlieten op het plafond. Onder leiding van de Nederlandse architect Jan Stuyt (1868-1934) is het stadhuis tussen 1911 en 1914 grondig verbouwd. In de Nieropkamer is toen de entree verplaatst en de schouw werd vervangen.
Conditie van het plafond
In opdracht van Erfgoed Alkmaar is restaurator Ruth Jongsma aangesteld om de conditie van het plafond te beoordelen en aanbevelingen te doen voor toekomstig behoud. Zij krijgt daarbij ondersteuning van restaurator en kleuronderzoeker Annefloor Schlotter. Onderdeel van het onderzoek is het maken van een zogenoemde harmonica-viewfoto. Dat is een uitgeklapte weergave van het plafond in 2D. Daarop zijn de kleurverschillen en losse verfplekken bijvoorbeeld beter te herkennen en aan te duiden.
Zonlicht
Tevens heeft Ruth een UV-opname van het plafond laten maken. Op het moment dat we haar spreken, zijn de beelden net één dag binnen: “Een eerste blik op de foto’s laat vooral de invloed van het zonlicht zien. Door de UV-straling kunnen we zien dat de vernis rond het raam een fellere blauwe fluorescentie (ofwel lichtgevendheid) laat zien. Dat zou het resultaat kunnen zijn van het UV-houdende zonlicht dat in de kamer naar binnen schijnt. Dat effect zou verminderd kunnen worden door bepaalde maatregelen te nemen, zoals bijvoorbeeld een gordijn of UV-werende folie op de ruiten.”
In de kamer staat een grote steiger klaar die Ruth en Annefloor gaan gebruiken om het plafond van dichtbij bekijken. Op overzichtsfoto’s zullen ze dan in kaart brengen waar losse verf of zelfs scheuren zitten. Daarnaast zullen de restoratoren verfmonsters nemen om de lagen te bestuderen waaruit de schildering is opgebouwd. Dit kan helpen om de verschillende restauraties in de loop der jaren in kaart te brengen. Bovendien zal dit onderzoek inzicht geven in het oorspronkelijke kleurgebruik. Het vermoeden bestaat namelijk dat de in de zeventiende eeuw gebruikte pigmenten op verschillende plaatsen verkleurd zouden kunnen zijn…
Wordt vervolgd
Sander van Alphen