Burgemeester Anja Schouten over haar liefde voor het Alkmaarse erfgoed:
“Dat wij onze monumenten nog dagelijks gebruiken,
blijkt helemaal niet zo gewoon te zijn…”
Sinds vorig jaar juni is de geboren Alkmaarse Anja Schouten burgemeester van Alkmaar. Al vrij snel na haar aantreden, nam zij tijdelijk een deel van de wethoudersportefeuille over op het gebied van Erfgoed. Toch was dat niet de reden dat zij elk kwartaal afspreekt met het Erfgoedteam: “Je kunt niet goed over de toekomst nadenken als je je eigen verleden niet kent.”
We hadden een uitgebreid gesprek met onze burgemeester die een hart heeft dat klopt voor geschiedenis. Over onder meer de link tussen archeologie en forensisch onderzoek, over de impact van een feest als Open Monumentendag en over hoe de geschiedenis altijd doorwerkt in het leven van alledag.
“In mijn functie mag ik natuurlijk veel mensen ontvangen. Al was dat de afgelopen periode vanwege corona wat minder. Maar die komen dan dus in dit prachtige monumentale Stadhuis dat altijd indruk maakt. Het is toch ook bijzonder om je te realiseren dat onze stad al meer dan vijfhonderd jaar vanuit deze plek wordt bestuurd! En als je even naar buiten kijkt, zie je op steenworp afstand de Grote Sint Laurenskerk die in dezelfde tijd gebouwd is. Zo’n groot majestueus gebouw dat wij de huiskamer van Alkmaar noemen en zo voelt het ook nog eens!”
Noorse ambassadeur
“Dat dat niet zo gewoon is als wij misschien wel denken, daar werd ik op gewezen door Ina Mareng, de plaatsvervangend ambassadeur van Noorwegen. Ik ontmoette haar bij de opening van de expositie rond Allard van Everdingen in het Stedelijk Museum. (Een reis door Noorwegen, in 1644, leverde Van Everdingen inspiratie op voor zijn hele schildersloopbaan, red.)
Wat de plaatsvervangend ambassadeur het meest verrast had tijdens haar bezoek aan Alkmaar, was dat wij onze monumenten nog dagelijks gebruiken. ‘Bij ons wordt er een lintje voor gespannen en dan is het een museum. Maar dan is de ziel eruit,’ zei ze. Sindsdien ben ik ook met die ogen naar de stad gaan kijken. Ik begrijp nu ook nog meer dat mensen die hier komen zo onder de indruk zijn van dit kleine deel van de stad waar het dus al barst van de monumenten!”
“Ina Mareng is tijdens haar bezoek echt verliefd geworden op Alkmaar. Zij heeft er bij de ambassadeur op aangedrongen dat ook hij echt naar Alkmaar moet. Binnenkort komt hij op bezoek. En het blijkt dat Noorwegen een nieuw issue heeft met smeltwater en dat ze best iets kunnen leren van hoe we hier in Nederland al eeuwenlang dealen met het water. Dus via de historie maken we meteen een doorstart naar watermanagement…”
Historie komt steeds terug
“Dat vind ik het boeiende, dat de historie steeds weer terugkomt in alles wat met cultuur en met het hedendaagse te maken heeft. Daar had ik het ook over tijdens mijn kennismaking, eerder deze maand, met Maria Barnas, onze nieuwe stadsdichter. Wat zijn nou de grondtonen van Alkmaar, de dingen waar je echt kennis van moet hebben om eventuele actuele gebeurtenissen straks te kunnen linken aan de geschiedenis?
En dan moet ik meteen denken aan de opgraving aan de Molenbuurt in oktober. Het was mijn eerste grote opgraving als burgemeester en daar ben ik elke dag wel even langs geweest. Het begon met pure nieuwsgierigheid van mijn kant. Eerst waren de archeologen nog een beetje aan het zoeken. Maar in de loop van de dagen begon het verhaal zich te ontvouwen en konden de vondsten gekoppeld worden aan een verhaal dat al bekend was. Al die gruwelijkheden die destijds bij dat klooster zijn gebeurd, kwamen als het ware tot leven. En ik kon dus letterlijk in dat verhaal gaan staan. Dan komen al die woorden en begrippen die je ooit wel eens hoorde opeens heel anders binnen. Batavieren, geuzen… nonnen die verkracht en vermoord werden en vervolgens uiteengereten? Pardon?! Maar dat zie je dus allemaal terug in de resultaten van zo’n opgraving.”
Een prachtig beeld, dat de geschiedenis
hier zó dicht onder de oppervlakte ligt
“Ik was in die periode ook even in Alkmaar met mijn man en mijn zoon van achttien. En ook zij waren onder de indruk. ‘Jeetje, mam’, zei mijn zoon toen, ‘en dat zit dus maar zo’n klein stukje onder de grond…’ . Dat vond ik heel treffend! Want dat is toch inderdaad een prachtig beeld, dat hier in Alkmaar de geschiedenis zo dicht onder de oppervlakte ligt?” (Tekst gaat verder onder de foto)
Niet alleen maar mooi
“Ik realiseerde me wel weer eens extra dat onze geschiedenis zeker niet alleen maar mooi is geweest. De geboorte van Nederland, 24 maart 1572, wordt herdacht met een soort estafette van nationale en plaatselijke herdenkingsevenementen door heel Nederland. In Alkmaar staat alles in het teken van het jubeljaar 1572/1573. De geboorte van Nederland is zo een mooie rode loper naar ons eigen herdenkingsjaar, 2023. Het jaar waarin we 450 jaar Alkmaar ontzet vieren, met als één van de hoogtepunten de onthulling van het nieuwe Grote Raam in de Grote Sint Laurenskerk.
Maar naast de herdenking van de overwinning op de Spanjaarden, moeten we ook oog hebben voor de nare gebeurtenissen uit het verleden, zoals bijvoorbeeld de slavernij. Zelf was ik dus enorm geschokt door wat er destijds met die nonnen is gebeurd, vlak voor het beleg van Alkmaar. En wij maar vrolijk 8 oktober vieren elk jaar. Ik heb zelfs nog gebeld met de voorzitter van de 8 October Vereeniging. Maar die waren natuurlijk allang op de hoogte…
Wat ik hier vooral mee wil zeggen, is dat goed en slecht dus in de hele geschiedenis aanwezig is geweest. We hebben dan wel zo’n vanzelfsprekend Nederlanderschap wat we misschien denken te moeten verdedigen tegenover bijvoorbeeld nieuwkomers, maar grote delen van dat verleden waren nogal gewelddadig en wreed. Op de landelijke website geboortevannederland.nl staan de begrippen Vrijheid, Verdraagzaamheid, Verbondenheid en Verscheidenheid centraal. Waarden waar toen voor gevochten werd, maar die nog altijd actueel en super belangrijk zijn. En door met elkaar te durven kijken naar onze geschiedenis, in al zijn gruwelijkheid én schoonheid, draag je volgens mij juist ook bij aan de verdraagzaamheid in de samenleving.
Nu ik zo bezig ben met de historie van Alkmaar kan ik ook opeens allerlei linken leggen tussen beleid en uitvoering en tussen geschiedenis en heden. En dat vind ik zo mooi!
Het valt me trouwens op dat kinderen tegenwoordig veel beter van de geschiedenis op de hoogte zijn dan wij vroeger. Toen ik klein was, was 8 oktober gewoon een leuk feest. Maar op de scholen waar ik nu kom, kennen de kinderen echt het verhaal erachter. Dat is heel mooi om te merken.”
Je bent Alkmaarse van geboorte, heb je iets met historie?
“Ja, ik houd van geschiedenis, lees ook graag historische romans. Ik plan sinds mijn aanstelling als burgemeester dan ook elk kwartaal een wandeling in met enkele leden van het Erfgoedteam. De eerste keer was dat een stadswandeling waarbij de kloosters en de massagraven centraal stonden. De tweede keer kreeg ik een rondleiding in het depot van het Archeologisch Centrum en in februari maakten we een vaartocht vanuit Graft. Deze afspraak had ik al voordat ik tijdelijk de wethoudersportefeuille Cultuur overnam, inclusief het onderdeel Erfgoed. Dus ook als die portefeuille straks bij een nieuwe wethouder ligt, wil ik doorgaan met die kwartaalafspraken met het team. Het houdt mij als het ware hongerig en het helpt me bij het leggen van de nodige verbanden.” (Tekst gaat verder onder de foto)
Kun je iets vertellen over jouw bezoek aan het Archeologisch Centrum?
“Ja, dat was fascinerend! Neem bijvoorbeeld die kleine kinderschoentjes die ze naar boven halen tijdens opgravingen. Dat zijn dingen van heel ver weg en tegelijkertijd vernuftig dichtbij. Want als je kijkt naar de schoenen van nu, is er in dat schoenmakersvak in feite niet wezenlijk iets veranderd. Maar wat ik ook mooi vond, is dat je de zorg van die ouders voor hun kinderen bijna terug kunt zien in die schoentjes.
Tijdens de rondleiding kwamen we ook de zakken tegen met vondsten van het Clarissenklooster aan de Molenbuurt. Die moesten nog schoongemaakt worden, waarna de hele determinatie kon beginnen. En daar kon ik opeens een koppeling maken met het forensisch onderzoek dat ik ken vanuit mijn tijd bij de politie. Bepaalde technieken die gebruikt worden, zijn namelijk hetzelfde. Zoals het aan de hand van pollen bepalen hoe oud iets is. En soms kruisen de vakgebieden elkaar. Als archeologen bij een opgraving menselijke resten aantreffen bijvoorbeeld. Het gebeurt ook dat de politie archeologen raadpleegt om te kijken hoe oud iets is.”
Ik maakte opeens een koppeling met het forensisch onderzoek dat ik ken van de politie
“Bij de politie worden op dit moment enorme stappen gezet als het gaat om een snelle identificatie. Er komen nu allerlei toolkits op de markt om die eenvoudiger te kunnen bepalen. Heel interessant maar vaak ook heel duur. Ik had het er met Nancy de Jong (stadsarcheologe, red.) over hoe mooi het zou het zijn als zij daar ook gebruik van kunnen maken. En dan met name op het gebied van dna-onderzoek. Ik weet bijvoorbeeld dat de Nationale politie een soort kennismakelaar heeft die zich voortdurend bezighoudt met de vraag wie welke kennis kan inbrengen. Het lijkt me leuk om onze archeologen met die kennismakelaar in contact te brengen. Misschien zijn er inmiddels technieken beschikbaar die niet meer zo duur zijn…
En ik moest ook denken aan een nieuwe ontwikkeling bij de politie als het gaat om databases en vooral het eenvoudig terugvinden van de gegevens. Nancy vertelde namelijk hoe de archeologen resultaten in een landelijke database plaatsen zodat er ook eventueel landelijk verbanden kunnen worden gelegd. Het probleem is alleen dat het gestandaardiseerde datasystemen zijn en die lopen per definitie achter op de werkelijkheid. Ook dat herkende ik van de politie. Er zijn altijd gebeurtenissen en meldingen die net niet in bepaald van tevoren bedacht vakje passen. Waar de politie nu mee bezig is, is het ontwikkelen van een nieuwe manier van zoeken, via tekstvelden. Dan kun je dus alles opzoeken waarin bepaalde termen naar voren komen, ongeacht het vakje waarin het is opgeborgen.”
Hoe vind je het dat er een heel team van ambtenaren de hele dag bezig is met de historie van de stad?
“Persoonlijk vind ik dat natuurlijk heel gaaf! En net als bij de politie hebben zij ook heel doenig werk. Met werkplaatsen waar iedereen de hele dag bezig is met werk dat je niet kunt digitaliseren, behalve als het om de resultaten gaat. De erfgoedambtenaren zijn zeker geen standaard ambtenaren. Aan de andere kant: we hebben zoveel veel verschillende soorten ambtenaren dat je je afvraagt of er wel een standaard bestaat. Maar bezig zijn met erfgoed is wel een vak apart. Alleen al het feit dat bijna iedereen na zijn pensioen als vrijwilliger blijft meewerken. Er is gewoon heel veel passie, dus ik snap wel dat je daarbij wilt horen!
En behalve dat het zulk mooi werk is, doet het ook iets heel fundamenteels voor de stad. In het heden toont zich het verleden. Het is van onschatbare waarde om je kunstschatten en historie goed te bewaren. Ik zie af en toe met afgrijzen hoe we in het verleden in Nederland soms dingen hebben aangepakt. Ik heb een tijd gewerkt in politiebureau Koudenhorn in Haarlem waar ooit zogenaamde verbeteringen waren aangebracht. Maar eigenlijk waren dat pure vernielingen van het gebouw. Zo zijn er veel meer dingen die ooit met een goede intentie zijn gedaan maar waar we met spijt op terugkijken.”
Zoals veel Alkmaarders de sloop van de Dominicuskerk aan de Laat nog steeds betreuren?
“Ja, die hoor ik inderdaad vaak terugkomen. Dat was blijkbaar een afscheid dat we niet goed hebben verteerd met zijn allen. En dat zegt iets over de waarde van zo’n gebouw voor een groot deel van de mensen. Nu heb je bijvoorbeeld de herbestemmingen van de Pius X (hospice met kapel, red.) en Josephkerk (woningen, red.). En ik ben wel benieuwd of dat uiteindelijk beter te verteren is. Vandaar dat het goed is dat er gewerkt wordt aan een kerkenvisie, waarbij in gezamenlijkheid gezocht wordt naar manieren om kerkgebouwen te behouden voor de toekomst. Het gaat hier om gebouwen die zo in ons geheugen zitten dat je er op een andere manier mee om moet gaan dan met zomaar een gebouw.
Je kunt niet goed over de toekomst nadenken als je je eigen verleden niet kent. En ik denk dat heel veel van de collectieve trots op Alkmaar gestoeld is op dat verleden. Iedereen kan hier wel een plek noemen waar hij of zij een stuk waarde en identiteit aan ontleent. Het gaat om fundamentele waarden die dicht tegen de waarde van de rechtsstaat aan zitten. Aan de geschiedenis zie je hoe we langzaam een democratie geworden zijn. En aan een gebouw als de Grote Sint Laurenskerk zie je hoe belangrijk het katholicisme vroeger was maar ook hoe belangrijk dat gebouw nog altijd is voor de inwoners van de stad.”
De tweede zaterdag van september is het Open Monumentendag waar ook Alkmaar veel aandacht aan besteedt. Hoe beleef jij dat weekend?
“Ja, Open Monumentendag is echt een feestje voor liefhebbers van monumenten. Maar óók voor mensen die nog niet weten dat ze ervan houden. Juist omdat het zo laagdrempelig is! Je loop door de stad en komt het opeens tegen. En dan kun je dus zomaar ergens naar binnen lopen. Ik ben ik ervan overtuigd dat de werking daarvan immens is.
Ik merk dat mensen zich tegenwoordig steeds meer afvragen: waar woon ik nu eigenlijk en wat is de historie van deze plek? Juist omdat we dat onderzoek zo goed voor elkaar hebben in Alkmaar, kun je op elke denkbare plek in de gemeente gaan staan, en dan kan er geschetst worden hoe het er eerst was. Daarom is het ook voor nieuwe Alkmaarders bijzonder interessant.”
Een zoektocht waarbij het ene verhaal je in het andere trekt
“Het fantastische vind ik dat Open Monumentendag niet alleen maar een middel is om mensen te trekken. Je kunt daarachter ook heel veel bieden aan mensen die de verdieping in willen. Stel dat je de Hof van Sonoy bezoekt en je wilt meer weten over Sonoy. Dan is dat hele verhaal over dat gevecht in 1572 tegen de Spanjaarden beschikbaar. En die polstok waar destijds dat briefje in zat waarop Oranje beloofde om de dijken door te steken, die is er gewoon nog. Zelfs dat briefje kun je bekijken! Zo kan zo’n bezoek aan Open Monumentendag een zoektocht worden door Alkmaar, waarbij je steeds nieuwe elementen aangereikt krijgt en waarbij het ene verhaal je in het andere trekt.
Het enige frustrerende is dat je je rondje nooit kunt afmaken. Er is gewoon teveel… Ik houd van die ouderwetse boekjes waar je zegels in kunt sparen, maar dit zegelboekje raakt nooit vol. Dat gaat je nooit gebeuren. Maar dan heb je een goede reden om volgend jaar weer te gaan…”
Vrijwilligers
“Trouwens, Open Monumentendag zou natuurlijk niet mogelijk zijn als al die mensen die er vrijwillig aan meewerken zich die niet twee dagen lang beschikbaar zouden stellen aan de mensen in de stad. Zoveel mensen die hun steentje bijdragen, op allerlei manieren! Zoveel mensen die dat weekend gastheer en gastvrouw willen zijn, zowel letterlijk als symbolisch. Weet je, we hebben met elkaar soms best een laag beeld van de gemeenschapszin. Maar als je kijkt wat mensen daadwerkelijk doen en hoeveel mensen in dit geval zichzelf, hun huis of hun instelling beschikbaar stellen, dan stemt mij dat optimistisch over hoe het gaat in onze gemeente!
Ik heb dat ook gezegd in mijn Ontzetrede: We hebben het er maar steeds over dat het niet goed gaat met die dialoog. Maar kijk eens hoeveel vrijwilligerswerk er verzet wordt en hoeveel mensen schenken aan goede doelen! Een feest als het Open Monumentendagweekend creëert ontmoetingen die er anders niet zouden zijn. En dat zijn ook nog eens ontmoetingen langs de lijn van de geschiedenis. Mooier wordt het niet, zou ik zeggen…”
Interview: Judith Flapper