Bram Jonk (25) is molenaar op Bovenmolen E:
“Dit is een droom die uitkwam”
Aan de Noordervaart in Schermerhorn staan drie molens op een rij. Het is misschien wel de bekendste molendriegang in de Schermer. Met in het midden de Museummolen, ofwel Ondermolen D. Rechts daarvan ondermolen C, en de linkermolen, vlakbij de kruising, is Bovenmolen E. Hier woont Bram Jonk. De 25-jarige molenaar voor wie in november 2021 een droom werkelijkheid werd: Molenaar worden op een molen op steenworp afstand van het huis waar hij opgroeide: “Molens hebben me altijd gefascineerd!”
Het ouderlijk huis van Bram Jonk in Schermerhorn, op fietsafstand van de molen die hij nu zijn domein mag noemen: “Als ik als kind uit het raam keek, was een molen het eerste wat ik zag. Het heeft me altijd aangetrokken. Mijn ouders zijn zelfs getrouwd in de Museummolen, hiernaast. Daar was ik bij, want ik was toen 12.” (tekst gaat verder onder de video)
Bram heeft een fulltime baan als monteur van tuin- en parkmachines: “Die kennis van techniek die ik daarvoor nodig heb, is ook handig voor mijn functie van molenaar. Als je de techniek van een molen snapt, kom je er een heel eind mee.”
Toch was er eerst nog een officiële opleiding nodig om de functie van vrijwillig molenaar te kunnen bemachtigen: “Daar ben ik begin 2019 mee begonnen.”
Hoe lang duurt die opleiding?
“Dat hangt er vanaf. Je kunt pas examen doen als je 150 uren op een molen hebt gedraaid en alle seizoenen een keer hebt meegemaakt. Ik heb mijn uren gedraaid op molens in Hoogwoud en Oudesluis, waar mijn instructeur molenaar is. Ik heb ontzettend veel van die opleiding geleerd en heb er heel veel nieuwe mensen leren kennen! In totaal heb ik er tweeënhalf jaar over gedaan. Op 28 september 2021 ben ik geslaagd voor mijn examen. En een week later ging ik solliciteren voor deze functie. Eén van de vijf sollicitanten was ik en ik ben het dus geworden!”
Was dit wat je altijd wilde?
“Ja, dit is echt een droom die werkelijkheid werd. Dat ook uitgerekend deze molen vrij kwam. Juist op deze plek. De ruimte die je hebt, en zo dichtbij huis. De vorige molenaar was overleden, vandaar dat de Schermer Molens Stichting op zoek ging naar een nieuwe molenaar.”
Zijn er meer jonge mensen die kiezen voor het vak van molenaar?
“Ja hoor, je hoort steeds vaker dat jonge mensen dit leuk vinden. Het is iets dat beweegt en leeft! En zodra de molen draait, heb je hier meteen toeristen. Die vinden dat interessant en spreken je aan als je bezig bent. Dan vind ik het altijd leuk om over de molen te vertellen.
Samen met de naastgelegen Museummolen, is Bovenmolen E de enige molen die nog water uit de Noordervaart naar de ringvaart maalt.
Als er bijvoorbeeld veel regen is gevallen en er dus veel water staat, dan pompen we dat weg. Dan bel ik Fred Oudejans, de molenaar van de Museummolen. Die zet hem dan vast aan. Vervolgens wacht ik nog een halfuurtje en dan kan ik ook gaan pompen. Het is namelijk een trappetje hè? De onderste molen, Ondermolen C, haalt het water naar de Noordervaart. De Museummolen voert het op naar deze sloot en ik pomp het naar de ringvaart. Zo doe je elk een deel. Als je alles met één molen zou willen doen, zou je een extreem lange vezel nodig hebben en dat kost teveel kracht van de molen.
Maar dat is dus alleen als er veel water is. Want meestal draaien we voor de prins, zoals dat heet. Dan draaien de wieken, maar het mechanisme staat stil. Weet je trouwens waar die uitdrukking vandaan komt?”
Draaiden molens vroeger misschien ook speciaal voor iemand van het koninklijk huis?
“Nee, het schijnt voort te komen uit de Spaanse oorlog in de zeventiende eeuw. Door loos te draaien, zetten ze de Spanjaarden op het verkeerde been. Die hadden een gebied dan vaak al een tijdje omsingeld, waardoor de bewoners geen toegang meer hadden tot voedsel. En als die Spanjaarden dan opeens een korenmolen zagen draaien, dachten ze natuurlijk: hè, hoe kunnen die lui nu opeens graan hebben?”
Je doet het molenaarswerk naast je betaalde werk, hoe organiseer je dat en hoe ziet het werk eruit?
“Ik probeer de zaterdag altijd vrij te houden voor de molen. Dan kijk ik ’s morgens eerst wat het weer doet. Als er geen wind is, kun je niet draaien. Is er weinig wind, dan kan het wel met zeilen op de wieken. Die leg je voor, zoals dat heet, en daarvoor klim je in het hekwerk van de wieken (zie video, red.). Maar voordat ik de zeilen voorleg, draai ik eerst de molen op de wind. En dat gebeurt boven, met het kruirad.
Naast het draaiend houden van de molen, ben ik ook verantwoordelijk voor het onderhoud op de begane grond. Ook het hekwerk om de molen houd ik bij. Ik was net nog even aan het teren, voordat jullie kwamen.”
Spannend
Boven de kachel in de eetkamer hangt een foto van Bram en zijn vriendin Mojca. “Mojca woont in Slovenië,” vertelt Bram. “Het was een bijzondere ervaring voor haar toen ze hier de eerste keer kwam voor een paar weken. Het was herfst en ik moest overdag gewoon aan het werk. Maar het waaide nogal hard die dagen en ja, dan beweegt alles aan een molen. En je hoort overal rare geluiden. Dat vond ze toch wel spannend.”
Inmiddels ben je een halfjaar molenaar. Nog geen spijt van je keuze? Ben je het werk bijvoorbeeld nooit eens zat?
“Nee, ik ben het nooit zat! Dit is gewoon mijn leven, het werk is een automatisme geworden. En ik ben nog steeds heel blij met mijn keuze. Als ik ’s morgens vroeg aan de keukentafel uit het raam zit te kijken, dan kan ik het soms bijna niet geloven. En als ik op een mooie dag aan het draaien ben en ik de mensen die voorbij komen een glimlach op hun gezicht bezorg, dan ben ik helemaal in mijn element.”
Komend weekend zijn het de landelijke molendagen. Doe je daaraan mee?
“Ja, zeker. Ik ben beide dagen open. Dus belangstellenden zijn van harte welkom.”
En stel dat mensen overwegen de opleiding te doen tot molenaar, wat zou je dan adviseren?
“Dan zou ik adviseren om eerst eens een molen te bezoeken en een dagje mee te lopen met de molenaar. Gewoon eens ervaren wat het werk inhoudt. En ja, daarvoor zijn ze hier van harte welkom. Als je je gegevens achterlaat bij de Museummolen, dan neem ik graag contact op.”