Beerput naast de Waag misschien wel vroegste in deze vorm
Klomp en graanmaat worden nog verder onderzocht
Als je ons volgt op Instagram of Facebook, heb je het vast al voorbij zien komen. De vondst van een toch wel bijzondere beerput direct naast het Waaggebouw. Het was te danken aan de scherpe opmerkzaamheid van Sem Visser van GP Groot. Bij het graafwerk voor het plaatsen van een nieuwe ondergrondse container, stuitte hij op metselwerk. Dankzij zijn voorliefde voor geschiedenis en archeologie, wist hij meteen dat het om iets ouds kon gaan… Peter Bitter kijkt terug op een spoedklus die nog een vervolg heeft, maar met nu al verrassende resultaten.
Op 12 november kwam er zo tegen half tien een telefoontje binnen bij het Archeologisch Centrum, van G.P. Groot. Bij graafwerk naast de Waag was een ‘kelder’ gevonden, kregen we te horen. De reden dat daar gegraven werd, was dat er een derde afvalbak geplaatst moest worden bij de ondergrondse containers. Maar daarbij stuitten ze dus op muurwerk. Vaak weten wij het van tevoren als er ergens graafwerk is gepland.
Dat houden we dan in de gaten als we verwachten dat er misschien iets in de bodem zit dat archeologisch interessant is. Daarvoor lopen we elke week alle aanvragen door waarbij grond wordt verzet. Zo nodig kunnen we dan voorwaarden stellen aan de vergunning.
Maar in dit geval wisten we niets van het graafwerk, omdat er geen vergunning nodig is voor het toevoegen van een ondergrondse container.
Forse ronde beerput
We waren dus blij met het telefoontje, en gingen zo snel mogelijk richting de Waag. Waar we het koepelgewelf zagen van een forse ronde beerput. De werkkuil van de aannemer besloeg bijna de helft van de put. Dat betekende dus dat het grootste deel van de put uiteindelijk verwijderd zou moeten worden. Ter plekke maakten we afspraken met de aannemer en opdrachtgever Stadswerk072 over archeologisch onderzoek. En we startten meteen een kleine opgraving om de hele beerput te bergen. De ploeg die de container zou plaatsen, kon gelukkig eerst naar een ander project, dus dat kwam mooi uit.
Anderhalf uur na de melding stond ons team in werkkleding klaar. Het busje met onze gereedschappen kon onder de luifel van de Waag en er kwam een nieuwe graafmachine bij. Uiteindelijk werd het toch nog een flinke graafklus, die pas de volgende ochtend kon worden voltooid. En er kwamen nog verschillende bijzondere vondsten uit. Rond het middaguur werd het restant van de inmiddels geleegde beerput met zand gedempt.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)



Het ‘Kleine Waagplein’ uit 1558
De beerput bij de Waag hoorde ooit bij een woonhuis naast het Waaggebouw. In de tijd dat het gebouw nog in gebruik was als het Heilige Geestgasthuis, een soort ziekenzaal. Van origine lag hier de Schapensteeg, in het verlengde van de Magdalenenstraat. Tussen deze steeg en de Waag stond een blokje van zeven huizen. Die huizen werden in 1558 gesloopt om ruimte te maken voor een marktpleintje aan de zuidkant van de Waag.
Dat was in feite het begin van het Waagplein, want kort na 1600 kwam het besluit om ook huizen weg te halen aan de noordkant van de Waag. Hier stond toen tussen de Houttil en de Mientgracht nog een compleet huizenblok. Zo kocht Alkmaar in verschillende perioden steeds weer wat huizen op om ze te slopen voor uitbreiding van de markt.
Een bijzonder model
Wie de beerput van dichtbij gezien heeft, snapt waarschijnlijk dat dit niet zomaar een beerput was. De beerput was met fijne schelpkalk gemetseld van oranjerode bakstenen. Die hadden met een afmeting van 23x11x5 cm een vrij groot formaat. De put is waarschijnlijk ergens tussen 1350 en 1400 gemetseld. Het was een ronde beerput van flinke afmetingen, met een diameter van wel 3,5 meter. Hij had een cilindrische zijwand en was afgesloten met een koepel.
Een beerput werd in principe gebouwd als een soort septictank bij een toilethokje. Het toilet loosde op de beerput via een stortkoker, waar het ‘privaat’ (het wc-hokje) bovenop was gebouwd. Er waren verschillende constructies mogelijk. Zo kon de stortkoker bovenop de koepel staan of in het midden. Maar meestal stond de stortkoker op de rand van het gewelf zodat het privaat deels nog werd gedragen door de zijwand.
Een andere optie was een privaat náást de put, met een opening in de zijwand van de beerput. Als de stortkoker dan loosde door een gat bovenin de wand, werd gesproken over een ‘glijkoker’. Maar het kon ook zijn dat de koker langs de buitenkant van de beerput was gebouwd, tot op de bodem, met een opening onderin de zijwand van de beerput. In die gevallen werd gesproken van een ‘uitgebouwde stortkoker’.
Een beerput kreeg normaal gesproken om de paar jaar een onderhoudsbeurt, waarbij de inhoud (de beer) eruit gehaald werd door een putjesschepper. Liefst via de stortkoker maar als dat niet kon, bijvoorbeeld bij een glijkoker, moest er een gat in de koepel worden gemaakt. Dit leverde extra onkosten op omdat het gewelf naderhand weer gerepareerd moest worden door een metselaar. Speciaal voor deze onderhoudsbeurten ontwierp men de uitgebouwde stortkoker, waarbij je dus van bovenaf kon legen. Dat gebeurde dan met een ‘beugel’ of ‘beerlepel’, een soort emmer aan een stok.
Tot nu toe waren beerputten met uitgebouwde stortkokers alleen bekend uit de zestiende en zeventiende eeuw. Maar de beerput bij het Waagplein is dus ruim een eeuw ouder. Dit is daarmee het vroegste voorbeeld van dit model dat tot nu toe is ontdekt.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)



Archeologen houden van afval
Zoals blijkt uit ieder archeologisch onderzoek waarover we publiceren, werd een beerput meestal niet alleen voor uitwerpselen gebruikt. Er werd ook afval in gedeponeerd. En juist door de vochtige substantie van de ‘beer’ blijft dat dan door de eeuwen heen vaak goed bewaard. Dat maakt een beerput tot een goede bron van informatie over huisraad van de bewoners van het huis dat ooit bij de beerput hoorde.
Vooral vondsten van hout, leer en textiel blijven vaak uitstekend bewaard in de drek. Terwijl voorwerpen van natuurlijk materiaal in andere omstandigheden juist snel zouden vergaan.
Het afval dat we vinden in beerputten, is altijd naar de bodem gezonken. We graven heel voorzichtig en nemen de hele zogenoemde ‘vondstlaag’ mee in kunststof emmers. In het Archeologisch Centrum spoelen onze vrijwilligers het materiaal dan boven een zeef. Zodra alles droog is, wordt het materiaal op de werktafels aan elkaar gepuzzeld.
De vondsten uit de beerput bij de Waag zijn geïnventariseerd door onze materiaalspecialist Rob Roedema. Hij ontdekte dat alle vondsten uit de vijftiende eeuw afkomstig zijn. Daaruit kunnen we opmaken dat de beerput al ruim een halve eeuw buiten gebruik was, op het moment dat het huis dat hier stond werd afgebroken.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)


stukje vijftiende-eeuws aardewerk uit de beerput naast De Waag



Klomp en graanmaat
Behalve een partij aardewerk leverde deze beerput ook twee verrassingen op: een houten klomp die in stukken is gebroken maar nog wel compleet is. En een compleet houten kuipje dat we tot nu toe aanduidden met graanmaat. Deze bijzondere voorwerpen worden op dit moment door een gespecialiseerd bedrijf geconserveerd. Meer hierover in een volgende artikel, als de voorwerpen zijn gerestaureerd.
Peter Bitter, vakgroep erfgoed
Erfgoed Magazine Alkmaar 72 lente editie

Twee bijzondere houtvondsten uit beerput bij de Waag

Eeuwenoude beerput gevonden bij het Waaggebouw
