Beerput Langestraat 60 geeft meer schatten bloot van Maria Tesselschade Roemers Visscher
Tijdens de grote opgraving aan de Langestraat, na de nieuwjaarsbrand in 2015, kwamen vondsten naar boven die ooit toebehoorden aan Maria Tesselschade Roemers Visscher. De bekende schrijfster en duizendpoot woonde vanaf 1629 in het pand dat later Langestraat 60 werd. Een stuk glas dat Maria Tesselschade graveerde, haalde eerder al de landelijke pers. In dit verhaal meer over Maria en over nieuwe spectaculaire glasvondsten.
Bekende naam
Vrijwel iedereen kent de naam Maria Tesselschade. Er is de landelijke vrouwenvereniging Tesselschade-arbeid adelt, maar daarnaast heeft bijna elke plaats wel een straat die naar Maria Tesselschade genoemd is. Dat haar naam zo bekend is, kwam door haar werk maar ook door haar zelfstandige houding. En wellicht ook deels door haar opvallende naam.
Haar tweede voornaam Tesselschade, dankt Maria aan een scheepsramp bij Texel, die vlak voor haar geboorte plaatsvond. Haar vader leed hierbij aanzienlijke financiële verliezen, doordat een flink aantal van zijn schepen was vergaan.
Maar ook zeker mede dankzij haar tijdgenoten, was de naam Maria Tesselschade in de zeventiende eeuw al legendarisch. Ze ging zelfs de literatuurgeschiedenis in zonder achternaam. En toen geschiedschrijvers in de negentiende eeuw op zoek gingen naar aansprekende modellen uit de geschiedenis waar Nederlanders trots op konden zijn, kwam Maria Tesselschade snel naar voren. Ze werd gezien als zeer geschikt voorbeeld van een ideale vrouw: verstandig, mooi, deugdzaam en kunstzinnig.
Gegraveerd glas
Een van de dingen waar Maria Tesselschade goed in was, was het graveren van glas. Er zijn brieven bewaard gebleven waarin P.C. Hooft bestellingen doet bij Maria voor gegraveerde Roemers. In één van haar antwoorden geeft ze aan dat ze enkele roemers gebroken heeft. Toen vorig jaar, tijdens de opgraving, de beerput bij Langestraat 60 open ging, waren de verwachtingen van de archeologen dan ook hoog gespannen. Waar roemers gebroken worden, worden immers vast ook scherven weggegooid.
In de beerput werd al snel een scherf gegraveerd glas gevonden. Dat werd vergeleken met een bekend exemplaar van Maria Tesselschade in het Rijkmuseum en de gelijkenis was treffend. Dit in combinatie met de wetenschap dat zij op deze plek gewoond heeft, maakt dat met zekerheid gezegd kon worden dat Maria Tesselschade de glasscherf had gegraveerd. Een hele bijzondere ontdekking die de landelijke pers haalde.
Nog meer gegraveerd glas
Toen de beerput werd leeggehaald, is al het materiaal in grote tonnen geschept om later verder te onderzoeken. Onlangs is dit allemaal uit deze beerput gespoeld. De hoop van de archeologen dat er meer gegraveerd glas gevonden zou worden, werd inderdaad beloond. Tijdens het spoelen zijn meer fragmenten gegraveerd glas gevonden. De gevonden fragmenten zijn aan elkaar te passen, waarna de volgende woorden te lezen zijn: “boeren tot be… vreught”. Op basis van de vorm en het soort glas kunnen we met zekerheid zeggen dat deze scherven tot hetzelfde glas behoorden. De gevonden fragmenten beslaan zo’n 29 cm van de omtrek.
Het andere deel van het glas is helaas niet in de beerput terecht gekomen en naar de rest van de tekst is het dus gissen. Toch is deze vondst spectaculair te noemen. Maar spectaculair in de overtreffende trap, is de ontdekking van de gegraveerde fragmenten van een ander glas. Hierop zijn de tekstfragmenten ‘Dem…’ en ‘…aires’ leesbaar. Ongetwijfeld heeft hier gestaan ‘A Demain les affaires’ gestaan (betekenis: laat de zorgen voor morgen). Dit is de beroemde tekst van de grote roemer in het Rijksmuseum, maar dan op een kleiner formaat glas.
Het is zeker dat Maria Tesselschade meer roemers met deze tekst gemaakt heeft. Uit de correspondentie met P.C. Hooft valt ook op te maken dat hij roemers besteld heeft met die tekst omdat er één gebroken was. Het kan goed zijn dat ze eerst een oefenexemplaar heeft gemaakt.
Persoonlijke spullen
In de beerput op Langestraat 60 is een enorme hoeveelheid vondstmateriaal aangetroffen. En een deel daarvan lijkt uit de periode 1625 tot 1650 te zijn. Op dit moment wordt hard gewerkt om een precieze datering van een aantal voorwerpen boven tafel te krijgen. Het gaat dan om de persoonlijke spullen van Maria Tesselschade en haar gezin. Onder de voorwerpen bevinden zich onder meer serviesgoed, glaswerk, mooie verfijnde leren damesschoenen en een prachtige diamanten ring. Het zou fantastisch zijn als deze voorwerpen inderdaad kunnen worden toegeschreven aan Maria Tesselschade.
Daarover meer in een volgende nieuwsbrief.