Architecten V en D pand willen herinneringen aan gebouw bewaren
“Wij proberen er gewoon een mooi woongebouw van te maken. En dan denk je ook na over hoe het vroeger gebruikt is. Waarom is het zo ontworpen? Nou, omdat er gewinkeld werd. En dáár zat dus het kantoor, dáár de ondersteunende functies. Dat dat voor veel mensen zoveel nostalgie met zich meebrengt, daar staan wij bij het ontwerpen misschien minder bij stil, maar dat is natuurlijk wel heel leuk. Je hebt hier te maken met de geschiedenis, met de stad én haar bewoners. En wij willen zoveel mogelijk van hun herinneringen in het gebouw bewaren.” Een gesprek met Robbert van der Lee (architect) en Thijs Giskes (projectleider) van architectenbureau HeikoHulsker & Partners, over de transformatie van een warenhuis.
Robbert: “We zijn nu vooral bezig met de begane grond, of de plint, zoals wij dat noemen. De vergunning voor de supermarkt en de fietsenstalling was als eerste binnen. Dat gaat om de Ridderstraat, de Laat en een deel van het Vijvertje. Aan het Vijvertje komt de expeditie voor de supermarkt.
En het is heel fijn dat Monique Ravenstijn van de supermarkt het ook belangrijk vindt om het gebouw tot zijn recht te laten komen. Er komen koffiehoekjes op de monumentale etalages. Dat die etalages met verhoogde vloeren moeten blijven, vinden wij heel fijn. Dan zien we in de nabije toekomst dus mensen koffie drinken in die oude etalages.” (lees ook het interview met Monique Ravenstijn).
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Rijksmonument
Thijs: “Met Anne Pauptit, monumentenadviseur van de gemeente, hebben we regelmatig contact over de diverse monumentale onderdelen. Dat werkt heel fijn, zo’n direct contact.”
Robbert: “Dit is natuurlijk een rijksmonument en in het begin hebben we ook om tafel gezeten met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), maar inmiddels hebben we voornamelijk contact met Anne. Hij heeft dan weer contact met de RCE. Die lijntjes zijn heel kort. En we maken graag gebruik van Annes expertise.
Je kunt echt merken bij het team Erfgoed dat het mensen zijn met passie voor het erfgoed in Alkmaar. Dat willen ze bewaken en dat gaat soms heel ver. Maar daar moeten we alleen maar blij mee zijn, want anders zou de stad er heel anders uitzien.”
Luifel
Thijs: “In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was er veel minder aandacht dan nu voor het monumentale. Toen is er heel veel gesloopt. Ook bij V&D. Zo is eind jaren zestig een nieuwe luifel geplaatst. Die is opgehangen aan een zware stalen constructie. En door die constructie is veel metselwerk van de penanten, dat is het metselwerk tussen de bovenlichten, gesloopt. Die hebben ze toen verstopt achter granieten platen.
Wij hebben nu op de vernielde stukken de originele steen teruggebracht. Die hebben we speciaal laten maken. Maar die was natuurlijk een stuk geler in vergelijking met de stenen die al honderd jaar op dat gebouw zitten. Dus vervolgens hebben we ze ook weer door een gespecialiseerd bureau laten schilderen.
De oorspronkelijke stenen hadden namelijk een rode gloed gekregen. En wij hebben de indruk dat dat komt door de rode voegen die erboven zitten. Het kan zijn dat het rode pigment, dat in de voeg zit, in de loop van de tijd over de gele stenen is uitgelopen. Dat effect heeft de specialist nu nagebootst en dat is heel goed gelukt. Nou lijkt dat misschien pietepeuterig voor zo’n klein stukje gevel. Maar die delen komen wel twintig keer terug.”
Robbert: “En dat allemaal omdat ze destijds de oorspronkelijke luifel niet na konden of wilden maken. Dus toen hebben ze hem maar gesloopt en vervangen door iets wat wij er nu eigenlijk best lomp uit vinden zien.
In die tijd, in 1969, is ook het linker deel aan de Laat bijgebouwd en dat is veel eenvoudiger van opzet dan het oorspronkelijke deel. Inmiddels konden ze wel grotere overspanningen maken, dus er staan ook veel minder kolommen. Het is wel onderdeel van het monument geworden hoor, maar…”
Thijs: “Alles was toen dus een stuk grover. Terwijl er in 1920 veel meer oog was voor detail.”
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
1925 als uitgangspunt
Robbert: “Wij hebben 1925 als uitgangspunt genomen, maar dan wel met een moderne twist, een eigentijds jasje. We zoeken steeds naar iets dat past bij deze tijd en dat tegelijkertijd vooral ook past bij het oude gebouw. En ik ben tot nu toe heel blij met onze keuzes. De nieuwe luifel zit erop en aan de penanten wordt gewerkt. Het natuursteen dat op de penanten zat sinds 1969 was gepolijst graniet met een blauwe kleur. Wij hebben ook graniet gebruikt, maar wij hebben gekozen voor een soort met een meer grijze tint met een grove structuur, genaamd Azul Noche.
We hebben er heel veel energie in gestopt om de begane grond mooi te krijgen. Door het kiezen van de juiste materialen, behandelingen en constructies, maar ook de manier waarop je beschadigde delen herstelt.”
Thijs: “En vergeet niet de nieuwe kozijnen van de etalages. Die zijn, qua aanzicht, meer dan twee keer zo diep als een normaal recht kozijn. Dat is vaak 5 cm dik terwijl de nieuwe kozijnen 12 cm zijn.”
Robbert: “Met een mooie profilering die we zelf hebben bedacht. Want zo’n vlak kozijn past gewoon niet bij een gebouw met al die ornamenten. Ik ben trouwens heel blij om te zien dat het zo mooi uitpakt. We hebben het namelijk wel 3D laten printen, maar dan heb je maar een klein stukje. Als al die grote kozijnen erin zitten, zoals nu, zie je pas echt hoe het eruit ziet. Dat zijn echt spannende dingen, maar ik vind dat het goed gelukt is.
Verder zijn we vooral bezig met het maken van een goed gebouw om in te verblijven en in te wonen en doen we ons best de ideeën goedgekeurd te krijgen. Daarvoor overleggen we meerdere keren per week. Thijs is als projectleider bij de bouwvergaderingen aanwezig. Hij is een paar keer per week in Alkmaar.”
Hoogte
“Het gebouw aan de Oude Gracht, het oude Scapino gebouw, bestaat uit drie lagen. Dit is geen monument. We gaan dit gebouw aan de binnenzijde helemaal slopen. En door de grote hoogte van de bestaande verdiepingen, kunnen we nu een extra verdieping toevoegen, zonder het gebouw hoger te maken. In het gebouw aan de Laat zijn de verdiepingen ook erg hoog. Hier gaan we niet slopen, maar voegen we een extra verdieping toe op het dak. Optoppen, noemen ze dat tegenwoordig. Onze optop komt op het jongste deel van het gebouw, uit 1969. Daarmee respecteren we het volume van het in 1925 gebouwde deel zoals het is.
Er is tijdens het hele proces nauw contact met de welstands- en monumentencommissie. Daar zitten veel mensen in met allemaal hun eigen expertise. Ook Anne zit daar bij. De gesprekken gaan soms over heel minuscule details, maar op een goede manier.
Een van onze uitgangspunten is dat we niet volledig historiserend te werk gaan (iets nieuws bouwen in een oude stijl, red.). Je kan namelijk nooit precies weten hoe het vroeger was en bovendien, je krijgt het ook niet meer voor elkaar zoals toen. Dan wordt het eerder een slechte kopie.”
Thijs: “Niet alleen de technieken en materialen van nu zijn anders, er zijn ook steeds minder mensen die het zouden kunnen.”
Robbert: “En we leven natuurlijk ook in een andere periode.”
Thijs: “Je mag dan ook best zien dat iets nieuw is.”
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Transformatie
Robbert: “Het is een hele onderneming om een warenhuis te transformeren naar woningen. Het pand was natuurlijk meer naar binnen gekeerd, want in een warenhuis wil je de mensen binnen hebben en de buitenwereld buitensluiten. Terwijl je in woningen juist contact met buiten wilt hebben. En je wilt ook vooral dat de woningen genoeg daglicht binnen krijgen.
Al hadden ze destijds ook verschillende trucjes toegepast om daglicht in het warenhuis te krijgen.
Alles wat we doen, gebeurt met respect voor het bestaande gebouw. Wij doen als architectenbureau veel op het gebied van transformatie en renovatie. Een ziekenhuis, scholen, rechtbanken. Allemaal gebouwen die er al heel lang staan. En dat is niet voor niets, dus daar móet je wel respect voor hebben. Maar je mag tegelijkertijd ook zeggen: het is nu 2024, we hebben een andere kijk en kunnen ook kijken wat er nu kan.”
Thijs: “De gemeente wil ook heel graag de klok terug en dat willen wij ook. De klok die er nu hangt, blijkt echt kapot te zijn. We hadden contact met het bedrijf Kloksgewijs dat exact tien jaar geleden ook in Alkmaar was geweest om de klok te repareren. Maar dat kon niet. Er zat vroeger trouwens neonverlichting in. Dat zou nog steeds kunnen, maar het is heel breekbaar. Led zou logischer zijn in deze tijd.”
Oudegracht
Robbert: “Het deel aan de Oudegracht was als eerste aangekocht en dat is geen monument. Het is eigenlijk een heel gek blok waar allemaal van die oude Hollandse grachtenpandjes naast staan. Dus we hebben even overwogen om het te slopen en er panden van het formaat van vroeger voor terug te zetten. Uiteindelijk hebben we toch besloten het te laten zoals het is. Het totale gebouw is een enorme kolos op de plattegrond.. Typisch een verschijnsel uit de tijd dat de grote warenhuizen hun intrede deden. Dat is ook een belangrijk stukje in onze geschiedenis. V&D had in heel Nederland van die grote panden! We besloten dus om dat volume zo te laten. Aan de voorkant aan de Laat moest dat natuurlijk vanwege de monumentale waarden. Die heb je hier niet, maar we hebben dit deel wel opgevat als ook een belangrijk deel van de geschiedenis. We gaan de gevel straks helemaal vervangen maar die krijgt wel een beetje de uitstraling van de jaren vijftig.”
Smalle pandjes
“Als ik kijk naar de foto’s van de bouw van V&D, begin vorige eeuw, denk ik wel eens: ‘die mensen zullen ook wel gedacht hebben, wat gebeurt hier nou?’ Die waren natuurlijk al die smalle pandjes gewend. Daar zijn er behoorlijk wat van gesloopt voor de bouw van het warenhuis. Vervolgens wilden ze aan de Ridderstraat een brede stoep. Dus er is zeker vijf á zes meter niet opnieuw bebouwd. Dat kun je zien aan de andere panden aan de Ridderstraat, vanaf het Vijvertje. Die staan veel dichter op de straat. Wat ook typerend was voor zo’n warenhuis, was die afgesneden hoek aan de Laat en de Ridderstraat. Die leidt je als het ware de hoek om. Een verschijnsel dat je ook overal in Barcelona ziet.
De hoofdentree was oorspronkelijk aan de Ridderstraat. Die is pas naar de Laat verhuisd, nadat in 1969 dat nieuwe deel erbij kwam, waardoor de gevel daar een stuk langer werd.
Wij maken nu een knip in de luifel om precies aan te geven waar de scheiding zit tussen het originele deel en het nieuwere deel uit 1969.”
Daglicht
“Verder moesten we natuurlijk daglicht maken en drie entrees aan de voorkant. Voor de supermarkt, voor de toegang tot de woningen op de verdiepingen én voor de fietsenstalling. Voor dat daglicht hebben we toch wat stukken vloer verwijderd. Maar we hebben wel alle kolommen laten staan. Daarbij moeten we steeds rekening houden met de eisen van deze tijd. Dat gaat om brandveiligheid, maar natuurlijk ook om isolatie. Een deel van de kolommen zal namelijk in de buitenlucht komen te staan, in de toekomstige binnentuinen.”
Thijs: “In de supermarkt hebben we wel geprobeerd de oorspronkelijke liggers in het plafondzichtbaar te houden. Het verlaagde plafond is daarom tussen de liggers gekomen, in plaats van eronder.”
Robbert: “Dat is nog best een gedoe maar die constructie is te mooi om niet te laten zien. Die kun je dus straks nog steeds herkennen in de supermarkt. Gelukkig vond Monique dat ook belangrijk!
Er is ook een prachtige marmeren trap aan de voorkant aan de Laat (in het warenhuis vroeger niet zichtbaar voor bezoekers, red.). Ook die laten we intact. Dat wordt straks de hoofdentree voor de woningen. En van buitenaf maken we de gevel zo transparant mogelijk, zodat je die trap van buiten kunt zien. Daarom komen de postkasten van de bewoners bewust niet in de gevel maar dwars in de hal.”
“En dan is er nog de mooie kamer die ook wel directiekamer wordt genoemd. Daar had V&D op een gegeven moment de wc’s in gemaakt… Want ze hadden er geen andere functie voor. Maar die gaan we helemaal restaureren.”
Thijs: “Met een glazen wand aan de binnenkant, zodat de gevel intact blijft.”
Robbert: “Verder willen we proberen bepaalde elementen van toen elders in het gebouw terug te laten komen. Dat zou bijvoorbeeld Dat marmer van de trap kunnen zijn, dat we dan in abstracte vorm verwerken in de balustrades van de nieuwe trappen.
Of je gebruikt bijvoorbeeld dat oude lettertype van V&D voor de huisnummers van de woningen… Zo kun je heel veel dingen gebruiken om er straks echt één geheel van te maken. Een nieuw gebouw waarin originele details zijn verwerkt om het oude gevoel toch een beetje te bewaren.”
Hoe is het om hiermee bezig te zijn?
Thijs: “Ik vind dit een uitdagende klus en heel erg leuk om te doen. Je moet overal rekening mee houden. De eisen van vroeger én de eisen van nu. Je bent steeds aan het zorgen voor het gebouw. Dat brengt enorm veel uitdagingen met zich mee, maar dat is juist zo leuk! Je hebt hier te maken met de geschiedenis, met de stad en met haar bewoners. Dat vind ik leuker dan een gebouw van tien hoog in een weiland neerzetten.”
Robbert: “Ja, het is een geschiedenis van 100 jaar die aan dit gebouw vastzit. En de mensen die er langs lopen, konden vroeger allemaal naar binnen. Dat kan straks niet meer, of in elk geval niet overal. Kijk, nieuwbouw gaat sneller. Dit is iets waar je veel langer en intensiever mee bezig bent. Maar het is wel heel belonend. Alleen die gevel al! Ik vind het zelf ook heel belangrijk dat dit soort gebouwen behouden blijven. En wij voegen een nieuwe tijdslaag toe aan het bestaande. Met ook stijlelementen en technieken van nu.”
Thijs: “En dat wil je natuurlijk goed doen, zodat het ook de volgende honderd jaar kan blijven staan.”