Ruiten en ruitjes
Detail op dinsdag
15 oktober 2024
Heel lang gold voor ruiten: hoe groter hoe liever en misschien is dat wel nooit veranderd. Maar vroeger had je alleen schijvenglas. Dat waren stukjes geslingerd glas, in de vorm van een schijf. Als je dan een glasvlak wilde met een bruikbare afmeting, kon dat alleen door kleine stukjes glas aan elkaar te verbinden met loodstrips. Zo kreeg je glas-in-lood.
Toen het cilinderglas werd uitgevonden, dat met de mond geblazen werd, kon je al grotere ruiten maken. Maar ook weer niet zo groot als nu. Er was nog steeds een onderverdeling nodig met houten roeden. Als je nu naar oudere huizen kijkt, kun je zeggen: hoe kleiner de roedenverdeling, hoe ouder het raam. In de regel dan. Want rond 1900 werd dat verband losgelaten en sindsdien gaat die vuistregel niet meer op.
Vanaf dat moment zijn de huizenbouwers gaan spelen met kleine en grote ruiten.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Een kenmerkende onderverdeling van de raamkozijnen kun je zien in een schilderachtig rijtje huizen uit het begin van de vorige eeuw, aan de Geestersingel in Alkmaar. Het onderraam werd uit één stuk gemaakt. Er kwam helder vlak vensterglas in, zodat je comfortabel naar buiten kon kijken. Het bovenraam werd juist onderverdeeld door houten roeden en kreeg bijzonder glas. Dat kon facetgeslepen glas zijn of gestructureerd glas of ook weer glas-in-lood.
Vaak werd gegoten kathedraalglas gebruikt, met als favoriete kleuren lichtgroen en honingkleur. Met dit bijzondere glas in de bovenramen voorkom je trouwens ook de inval van fel zonlicht en daarmee het verkleuren van de dure meubels. Ook in de ramen van het huis op de foto, op nummer 59, zit zulk gestructureerd glas. Maar de lichtblauwe kleur is erg zeldzaam. Alleen in de Emmastraat hebben we nog een ander huis gezien met dit lichtblauwe glas.
Dit detail is uitgelicht door Anne Pauptit, monumentenadviseur team Erfgoed, gemeente Alkmaar