Verdronkenoord/Huigbrouwerstraat (deel 4)
Vondst op vrijdag
15 oktober 2021
Dit is deel 4 van een miniserie van vijf delen over vondsten uit een beerput die in 1995 werd aangetroffen bij een opgraving bij Huigbrouwerstraat 3 maar die in de veertiende en vijftiende eeuw hoorde bij Verdronkenoord 13 (zie ook de eerdere ‘Vrijdagvondsten’). Deze week enkele houten voorwerpen.
Op de eerste foto zien we een 9 cm lange houten kam, gevonden in de oudste stortkoker. Dat betekent dat hij heeft toebehoord aan de mensen die in de late veertiende- of begin vijftiende eeuw het pand om de hoek, aan het Verdronkenoord, bewoonden. De kam is gemaakt van buxushout. Deze harde houtsoort heeft een zeer fijne nerf en is daarom uitermate geschikt voor dit fijne snijwerk. De onderste rij tanden was gewoon voor het kammen terwijl de bovenste rij tanden is bedoeld voor het vangen van luizen. In die tijd een groot probleem!
De andere twee voorwerpen zijn gevonden in de tweede stortkoker van de beerput en komen uit de zeventiende eeuw, toen de beerput inmiddels bij de Huigbrouwerstraat was getrokken. Hierboven zien we een zogenaamd teljoor met een diameter van 20 cm die kon worden gebruikt als bord, snijplank of onderzetter.
De houten lepel op de foto hieronder 3 is 20 cm lang en valt op door zijn flinke slijtage aan de bak (het deel waarmee je schept).
Het is overigens zelden dat we houten voorwerpen tegenkomen. Terwijl we uit diverse bronnen weten dat houten gebruiksvoorwerpen juist heel vaak voorkwamen. Maar wat werd afgedankt, kwam meestal in de haard terecht. En en wat niet werd verbrand maar toch werd weggegooid, verrotte in rap tempo. Tenzij het in een natte zuurstofarme omgeving belandde, zoals hier in deze beerput.