Meer vondsten uit de afvalkuil aan de Langestraat
Vondst op vrijdag
De vondsten van deze vrijdag komen uit dezelfde afvalkuil als die van vorige week, gevonden aan de Langestraat, in 2015. En ze zijn, net als de vondsten van de afgelopen paar weken, afkomstig uit de periode 1560-1580. Als je deze rubriek volgt, herken je misschien het grote fragment van een majolica bord, van een type dat we de laatste weken ook al bespraken. In oker, geel en turquoise en met in het centrum het in die tijd gangbare ‘alla porcelana’ versieringsmotief.
Verder op de foto een paar typische voorbeelden van kookpotten of grapen uit dezelfde periode. Voor de twee grapen staat een pispot en rechts zie je een zogeheten komfoor, staand op drie poten. Het komfoor heeft twee oren en drie opstaande pootjes waarop je een schotel kon plaatsen om het eten warm te houden. Opvallend detail is dat de komfoor helemaal is geglazuurd, een verschijnsel dat zich juist in deze tijd (eind vijftiende en zestiende eeuw) ontwikkelde. In de veertiende en vijftiende eeuw was aardewerk namelijk nog vaak spaarzaam of slechts deels geglazuurd.
In het begin werd (uiteraard) wel de binnenzijde van de kookpot geglazuurd om hem waterdicht te maken. Pas later kwam daar de buitenkant bij. Voor de sier, maar ook om aankoeken te voorkomen. Ook de kom van witbakkend aardewerk rechts is al geheel geglazuurd en overdekt met een groen koperoxide loodglazuur. Het is een typische beslagkom uit de zestiende eeuw. Op de voorgrond zie je ook een zogenoemde baardmankruik, gemaakt in het Duitse Siegburg van het daar kenmerkende witte steengoed. De kruik heeft een geprononceerd baarmanmasker met grimas. Op de schouders zien we twee appliqués (opgebrachte versiersels) met een verfijnde voorstelling van jagers met hun honden rennend achter een hert. Onder en naast het masker zien we de tudorroos die ook wel symbool staat voor de Tudor-dynastie. Het koningshuis van Engeland en Wales van 1485 tot 1603. In dit geval echter, moeten we er een andere betekenis aan geven. De term ‘onder de roos’ wordt namelijk sinds de zestiende eeuw gebruikt om aan te geven dat bepaalde informatie vertrouwelijk is. Als iemand je iets ‘onder de roos’ vertelde, verwachtte hij dat je de informatie niet verder zult vertellen. Je kunt je voorstellen dat sterke verhalen die tijdens een drinkgelag aan tafel werden besproken, waarschijnlijk wel binnenshuis moesten blijven.
De informatie voor deze rubriek wordt aangeleverd door Rob Roedema, archeoloog gemeente Alkmaar.