Majolica schotel met een ooievaar
Vondst op vrijdag
8 mei 2020
Onze vondst van vandaag werd eind jaren tachtig van de vorige eeuw gevonden in een beerput aan het Ritsevoort. Het is een majolica schotel met een diameter van 29 cm, waarschijnlijk gemaakt in Friesland rond 1675. Wie deze rubriek volgt, ziet vast de overeenkomsten (qua opzet en kleurstelling) met de schotel met de drinkebroer van een paar weken geleden.
Op deze schotel zien we een plaatje van een ooievaar, in de kleuren blauw en geel op wit.
In het algemeen is de ooievaar een dier met een goede reputatie. Dat zien we ook als we de etymologie erop naslaan. De Middelnederlandse benaming voor de vogel is namelijk odevare, waarvan de oorsprong ligt in het proto-Germaans. Hier zou het woord de betekenis hebben gehad van ‘schatdrager’ of ‘geluksbrenger’.
Vandaag de dag is de ooievaar nog steeds een symbool van geluksbrenger maar dan in de vorm van een pasgeboren baby. Dat was zeker nog niet het geval in de tijd dat dit bord gemaakt werd. De ooievaar werd toen dus echt als geluksbrenger gezien. Ook werd vaak verwezen naar de hechte band die volwassen ooievaren hebben met hun kroost. In de Middeleeuwen werd dan ook vaak gesproken over de trouw van de ooievaar. Mannetjes ooievaars blijven ook doorgaans hun vrouwtjes trouw en er wordt jaarlijks bij voorkeur op hetzelfde nest gebroed. Wie een ooievaarsnest op of bij zijn huis had, zag dat vaak als een goed teken. Je rekende dan op voorspoed en bovendien zouden de dieren bescherming bieden tegen blikseminslag. In die tijd was de ooievaar in veel steden een bekende verschijning. Vaak kwam je hem tegen op de markten waar de vogel gekortwiekt rondliep om organisch afval op te ruimen. Redenen genoeg dus om deze bijzondere vogel af te beelden op een schotel.
De informatie voor deze rubriek wordt aangeleverd door Rob Roedema, archeoloog gemeente Alkmaar.